Tenminste, dat is mijn conclusie als ik lees dat de ChristenUnie in Gouda zich druk maakt over spugen op straat (RD 27-7). „Ongelooflijk asociaal”, noemt woordvoerder Krins het.Beste Theo, laten we niet vergeten dat ons grote Voorbeeld, Jezus Christus, ook dit soort ‘zondaren’ opzocht en met hen at. Een betere houding dan het bekende Nederlandse (kleinburgerlijke?) opgeheven vingertje, lijkt mij. En meer ‘zoutend’ als christelijke partij.

Wat overigens te denken van de praktische bezwaren van een verbod op spugen? Borden werden al genoemd, maar dan moet er natuurlijk ook toezicht en controle zijn. Politieambtenaren moeten worden opgeleid. Extra mensen moeten worden ingezet, een correcte administratieve vastlegging is noodzakelijk en vanzelfsprekend worden jaarlijks metingen gehouden om de voortgang bij te houden, zodat dat in de krant kan. Ik zou niet trots zijn als mijn foto, als bedenker van dit idee, erbij kwam te staan. Voor de goede orde: ik kan me wel iets voorstellen bij de gevoelens en word ook niet enthousiast van het voorbeeld dat Krins noemt, maar waar het om gaat, is of je het ook wilt reguleren. Iets anders: er zal maar net een pepermuntje dwarszitten of een vliegje in je keel vliegen; even uitspugen om lucht te krijgen, maar helaas: oom agent keek en het kost je € 50,- boete. Ach, laten we ophouden met dit geneuzel in de marge en aan écht belangrijke zaken gaan werken, ook in de politiek, voordat de burger er spuugzat of kotsmisselijk van wordt (pardon).

Ronald R. Markus

Dorpstraat 65

Waddinxveen

In RD 22-7 een verslag met de titel ”We zijn kerk samen met anderen”, over het nieuwe jaarboek van de Protestantse Kerk in Nederland. Vermeld wordt dat in het jaaroverzicht uitvoerig ingegaan wordt op de commotie rond het boek van de Zeeuwse predikant ds. K. Hendrikse, met de titel ”Geloven in een God die niet bestaat”. Zo’n boektitel is natuurlijk voor ‘gelovigen’ –van allerlei richtingen– prikkelend en veroordelend.

Maar in acht nemend de titel van het RD-artikel moet ik ds. K. Hendrikse toch als mijn broeder zien, omdat hij net als ik PKN-lid is, en hem eerst de gelegenheid geven om zijn zienswijze van ‘geloven’ uiteen te zetten, voordat ik in de veroordeling schiet. Onlangs heb ik via een website deze predikant kunnen zien en horen in het programma ”Het vermoeden”, waarin hij geïnterviewd werd door Annemieke Schrijver. Hij deed daarin uit de doeken hoe hij gekomen is tot het schrijven van zijn boek. Hij gaf aan dat God „gebeurt” (in mensen) en niet als zodanig bestaat. Uiteraard is daar van alles en nog wat op af te dingen. Maar hij zet ook ons refo’s wel aan het denken met de titel van zijn boek. Want heb ik mijn geloof, hebben wij ons geloven, wellicht ingekleurd of ingericht op een wijze die niet overeenstemt met wat de Bijbel onder ‘Geloven in een God Die wél bestaat’ verstaat? Is dat niet een vraag die we iedere dag opnieuw aan onszelf dienen te stellen? Zijn wij echt navolgers van die God Die wél bestaat?.. En Jezus Christus navolgen heeft immers gevolgen… Toch?

Frank Steenks

Zuideindseweg 102

2645 BJ Delfgauw

Ook via radio en tv kan de boodschap van redding en genade op grond van het offer van de Heere Jezus verkondigd worden. Maar niet alle middelen heiligen dat doel: geloven dat Jezus Christus de Zoon van God is, en dat we gelovende het leven in zijn Naam hebben!

Een cabaretvoorstelling (27-7) over Jezus, Die God is en mens geworden is, om de toorn van God over de zonde te verzoenen, zodat door het geloof de gemeenschap met God weer hersteld wordt, dat is Godonterend! Jezus zegt: Wees heilig, want Ik ben heilig!

EO-directie en -programmamakers moeten bij het bepalen van het beleid zich afvragen wat er nu nog meer moet gebeuren om het vertrouwen van de trouwe biddende achterban helemaal te verliezen én over welke verantwoorde middelen er gebruikt moeten worden om de buitenstaander te bereiken.

Het Evangelie is wel voor de mens, maar niet naar de mens!

De ergernissen die de aandacht voor de handhaving van de heilzame geboden van God voor mens en samenleving oproepen zijn erg veroordelend. Denk aan de reacties op de evaluatie van de abortuswet en de abortusboot én de bezinning op de omgang met de homofiele naaste.

We roepen ertoe op om van deze heilloze weg terug te keren! Want de niet-christenen bereiken we op deze manier niet echt (ook niet als de vloeken eruit geknipt worden!). Positieve reacties van de wereldse media wegen niet op tegen de liefde van God voor mensen, ook voor Arie B. God zegt: „Mijn zoon, geef Mij je hart!”

I. A. Kole

Pr. Bernhardstraat 36

2825 BE Berkenwoude

Inderdaad, het waren verschrikkelijke jaren, de jaren 50 (RD 28-7).

Jaren waarin vaak de beste en de hardst werkende mensen het land werden uitgeholpen door emigratie.

Mensen die teleurgesteld waren nadat zij vaak hun uiterste best hadden gedaan in het verzet of in de politieke acties in toenmalig Nederlands-Indië. Mensen die vaak op kosten van de regering het land werden uitgeholpen naar diverse landen waar ze zeer welkom waren. Mensen die „nee” zeiden tegen een kansloos bestaan vanwege allerlei reglementen. Ik herinner me een dominee die toen al zei dat Nederland hard op weg was naar de situatie beschreven in het toen pas uitgegeven boek ”1984”.

Wat kreeg Nederland ervoor terug?

Een chronisch tekort aan arbeidskrachten. Een tekort aan goedkope arbeidskrachten. Maar dat was zo’n probleem niet. Nederland importeerde ‘gastarbeiders’. Dat was even fijn! Die gastarbeiders konden alle klusjes doen waar de doorsnee-Nederlander geen zin in had.

Waren de jaren vijftig zo verschrikkelijk? Misschien wel, maar dan om heel andere redenen dan die men nu naar voren brengt.

Rev. (em.) Adrian J. De Bruyn

Tangintebu Theological College

Republic of Kiribati

Australia