Karadzic wil dodenlijsten Srebrenica zelf checken
Radovan Karadzic wil zijn medewerkers de dodenlijsten van het bloedbad van Srebrenica zelf laten controleren. Als er een „correcte lijst van slachtoffers" komt, zou dat wel eens duizenden doden kunnen schelen.
Dit zei de ex–president van Republika Srpska donderdag tijdens een voorbereidende hoorzitting in zijn zaak voor het Joegoslavië–Tribunaal in Den Haag. Nadat het Bosnisch–Servische leger de Oost–Bosnische moslimenclave Srebrenica op 11 juli 1995 had veroverd, werden ongeveer achtduizend moslimmannen en –jongens als vermist opgegeven. In moslimkringen wordt aangenomen dat de Serviërs hen allemaal hebben vermoord.Bijna vierduizend vermisten zijn inmiddels opgegraven uit massagraven en geïdentificeerd en hebben een waardige begrafenis gekregen. Duizenden lichaamsdelen liggen nog in de opslag van de Internationale Commissie voor Vermiste Personen (ICMP). Ook worden er nog steeds nieuwe massagraven gevonden.
Karadzic wil laten nagaan of de mensen in de massagraven mogelijk al in 1992 of 1993 zijn overleden of bij gevechten zijn omgekomen. Tijdens eerdere zaken voor het tribunaal bleek dat niet alle moslimdoden genocideslachtoffers waren. De Bosnische Serviërs boden ook legitiem verzet tegen oprukkende gewapende moslims die vanuit Srebrenica gebied probeerden te bereiken dat nog door moslims werd gecontroleerd. Sommige Bosnisch–Servische eenheden kwamen door de oprukkende moslims zelfs in ernstige moeilijkheden.
Ook wil Karadzic de „vele mensen nagaan die nu in het buitenland leven en die op de lijst staan als vermisten". Uit eerder onderzoek van het tribunaal zelf bleek dat sommige moslimmannen in een ander land een nieuw leven zijn begonnen met een andere vrouw, terwijl de ’weduwe’ in Bosnië om hen treurt. Het zou echter om slechts een enkel geval gaan.
Karadzic wil dat allemaal napluizen en zijn medewerkers ook honderden DNA–tests laten checken die voor de identificatie zijn gebruikt. Hij ziet zijn proces als „laatste gelegenheid om de waarheid vast te stellen".