Als het aan het CDA in de gemeenteraad ligt, koopt Gouda extra plaatsen in bij heropvoedinginternaten. Daar kunnen jeugdige Goudse boefjes hun leven beteren. De gemeente is daar niet tegen, maar zegt op dit moment niet zomaar extra plaatsen in te kunnen kopen. Gouda zegt wel op zoek te zijn naar mogelijkheden om te komen tot uitbreiding van het aanbod van dergelijke en lichtere voorzieningen binnen Gouda. Maar uit onderzoek blijkt dat Gouda daar nagenoeg geen invloed op heeft.

De CDA-fractie zegt de aanpak van de criminele jeugd in Amsterdam-West interessant genoeg te vinden om door Gouda te worden overgenomen. Maar het college is het daar niet mee eens. B en W zeggen dat in Gouda het accent ligt op hinderlijke en overlastgevende groepen, terwijl in Amsterdam aandacht geeft aan criminele groepen met een harde groepskern. In Gouda zou het ook om veel kleinere groepen gaan. Verhoudingsgewijs maakt dit de problematiek niet anders, maar dit is volgens het college wel mede bepalend voor de aard van te nemen maatregelen.

Het college vindt verder dat de stelselmatige, integrale en dadergerichte aanpak het juiste antwoord is op risico- en criminele jongeren. Binnen Gouda wordt daar invulling aan gegeven binnen JIB (Justitie In de Buurt), het ketenoverleg en een gerichte aanpak van justitie en politie. De vraag of het Amsterdamse beleid in Gouda kan worden overgenomen hoeft niet gesteld te worden: dat is nagenoeg al realiteit, zo zegt het college.

Gouda heeft volgens het college ook weinig invloed op de plaatsing van jongeren in bovenregionale voorzieningen. Daaronder vallen onder meer Den Engh in Den Dolder en Glenn Mills in Wezep. Plaatsing in deze internaten gebeurt op grond van een indicatie door de Raad voor de Kinderbescherming, jeugdzorg of jeugdreclassering.