Hierbij komt nog de dodelijke onmacht van de mens. Want zoals de meeste mensen niet willen, zo kunnen zij ook niet. Zij zijn gebonden in de strikken van de satan. De duivel houdt hen vast in zijn klauwen en verblindt zodanig hun zinnen dat ze niet bestraald worden door het heldere licht van het Evangelie.Ook heeft de zonde een wonderlijke kracht op de mens, want daarin is hij geboren en opgevoed, daarin is hij in zijn element. Hoe spartelt een vis die uit het water wordt gehaald. En kan een steen in de hoogte vallen? Kan ook een moorman zijn huid veranderen of een luipaard zijn vlekken? Zo weinig kunnen zij goed doen die geleerd hebben kwaad te doen.

Dan spreek ik maar niet van de krachtige tegenstand die de meesten van hen die beginnen naar de smalle weg te zoeken, zullen ondervinden. Straks komen hun vrienden om hen van die nauwe weg af te houden, door hen wijs te maken dat zij dan een spot en smaad zijn van eenieder. Ja, zo ver kan hun gezag overheersen om hen met geweld af te houden van zulke middelen en boeken waarin die weg zo nauw wordt voorgesteld. De Schrift leert ons immers dat er maar weinigen zijn uitverkoren. Want er geloven alleen zovelen, en waarlijk niet meer, als er verordineerd zijn tot het eeuwige leven.

Joachimus Mobachius,predikant te ’s-Hertogenbosch

(”De staat van een uitverkorene”, 1744)