Kerk & religie

Bedreiging van eenheid leer en leven

„De grootste bedreiging voor christenen in Nederland in de toekomst is de vraag of ze hun leven in overeenstemming met hun levenshouding kunnen inrichten”, meent drs. J. W. van Berkum.

Van een medewerker
10 July 2009 10:02Gewijzigd op 14 November 2020 08:18
De medewerker van de Guido de Bresstichting, het wetenschappelijk instituut van de SGP, sprak gisteren op de op een na laatste dag van de zomerconferentie van de CSFR in het Noord-Brabantse Alphen. Foto RD Archief
De medewerker van de Guido de Bresstichting, het wetenschappelijk instituut van de SGP, sprak gisteren op de op een na laatste dag van de zomerconferentie van de CSFR in het Noord-Brabantse Alphen. Foto RD Archief

De medewerker van de Guido de Bresstichting, het wetenschappelijk instituut van de SGP, sprak gisteren op de op een na laatste dag van de zomerconferentie van de CSFR in het Noord-Brabantse Alphen. Hij sloot met zijn lezing ”Radicaal christendom!”, over het leven van de christenen in de eerste eeuwen na Christus, aan bij het conferentiethema over de Vroege Kerk.Een van de aantrekkelijke dingen van het leven van deze christenen, aldus Van Berkum, is de eenheid van leer en leven. „De wervende kracht is in de eerste drie eeuwen vooral uitgegaan van de leefwijze van de eerste christenen. Hun daden stemden overeen met hun woorden. In navolging van de christelijke apologeet Marcus Minucius Felix zou ook van christenen in de 21e eeuw gezegd moeten kunnen worden: „Wij spreken geen grote dingen, wij leven ze.”

Als grote dingen die ze leefden noemde hij vreemdelingschap, naastenliefde, gehoorzaamheid aan de heidense overheid, afstand nemen van de antichristelijke moraal en cultuur.

Als voorbeeld van hun milde hulpbetoon noemde hij hun houding tijdens een verschrikkelijke epidemie die Carthago rond het jaar 252 teisterde. Veel heidenen lieten hun zieken in de steek en vluchtten naar veiliger oorden. „Christenen zamelden voedsel, geld en kleren in. Velen die vanwege hun armoede niets konden geven, leverden de grootste bijdrage door zelf de handen uit de mouwen te steken. Ze maakten geen onderscheid tussen christelijke en heidense slachtoffers. Met een grote dienstvaardigheid stond men allen terzijde.”

Het gedrag van veel heidenen tijdens epidemieën was heel anders. „Zij jagen diegenen die het begin van een ziekte vertonen, weg, zelfs als het hun dierbaarsten zijn, en smijten halfdode mensen op straat. Zij werpen lichamen, zonder begrafenis, als vieze vuilnis weg om elk contact met doden te vermijden.” Het gedrag van christenen wekte in toenemende mate bewondering bij heidenen, aldus Van Berkum.

Van Berkum benadrukt dat christenen zich niet terugtrokken uit de maatschappij. „Voor de vorming en ontwikkeling van christenen kan een eigen zuil een waardevolle bijdrage leveren, maar uiteindelijk behoren christenen zichtbaar en herkenbaar in de samenleving aanwezig te zijn. Door zichtbaar te zijn in de samenleving en zich door de zorg voor de naaste te onderscheiden van andere bevolkingsgroepen kunnen christenen een bijdrage leveren aan een positieve beeldvorming.”

Volgens Van Berkum zijn er in de huidige netwerksamenleving genoeg kansen voor individuele christenen om hun stem te laten horen, bijvoorbeeld bij de bouw van een crematorium. De grootste dreiging ziet hij in het gelijkheidsdenken waarvan ”de antichristelijke samenleving” doordrenkt is en dat ertoe leidt dat steeds meer van mensen verwacht wordt dat ze zich aanpassen aan de heersende moraal. „De vrijheid van godsdienst zal wel blijven, maar het is de vraag of er genoeg ruimte overblijft voor een leven vanuit een christelijke overtuiging.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer