Opinie

Alleen nieuwsgierigheid brengt de mens niet tot God

Nieuwsgierigheid is kenmerkend voor alle mensen. Het is de reden voor ontdekkingsreizen en wetenschappelijk onderzoek en begint al vroeg in het leven. Voor Plato en velen na hem was het de kern van hun filosoferen. Ook iemand als Albert Einstein was uiterst nieuwsgierig van aard. Hij stelde zich naast de vraag over het hoe ook de vraag naar het waarom en het waartoe.

Prof. dr. ir. J.H. van Bemmel
10 July 2009 09:30Gewijzigd op 14 November 2020 08:18
Prof. J. H. van Bemmel. Foto RD Archief
Prof. J. H. van Bemmel. Foto RD Archief

Het is 401 jaar geleden dat de Middelburgse brillen­maker Hans Lipperhey patent aanvroeg op de verrekijker. Een jaar later richtte Galileo Galilei zijn telescoop op zon en planeten. De aarde bleek niet het middelpunt van de kosmos. Sinds dat jaar heeft de nieuwsgierige mens de ruimte steeds verder verkend. Wie is niet onder de indruk van de schitterende foto’s afkomstig van de Hubble­telescoop? De totale zons­verduistering die ik in augustus 1999 in Noord-Frankrijk mocht waarnemen was een onvergetelijke en zelfs emotionele ervaring, ook al weet ik heus wel wat er fysisch gebeurt.Het interessante van de astronomie is dat de kosmos als het ware voor je ogen tot stand komt: je kunt terug­kijken in de tijd. Daarbij moet je er dan wel op kunnen vertrouwen dat de natuurwetten van hier en nu ook golden voor de sterren die miljarden jaren geleden en nog steeds worden gevormd of als supernova exploderen. Dat kun je niet bewijzen, maar zonder zulke aannames kan geen wetenschap worden bedreven. In haar mogelijkheid om terug te kijken in de tijd verschilt de astronomie radicaal van de levende natuur, die nog veel meer onopgeloste raadsels in zich bergt. Ook in wetenschappelijk opzicht blijven de werkelijkheid waarin wij leven en het menselijk bestaan een groot mysterie. Het aantal onopgeloste vragen neemt alleen maar toe. Einstein zei daarover: „Het mooiste dat wij kunnen ervaren is het mysterieuze. Het is de bron van alle kunst en wetenschap. Wie vreemd is aan deze ontroering, wie niet vol verwondering en bewondering daarbij kan stilstaan is zo goed als dood: zijn ogen zijn gesloten.”

Orde

Wanneer we de natuur onderzoeken, ontdekken we daarin een indrukwekkende orde. Niemand begrijpt waar deze vandaan komt. Einstein schreef: „Ik beschouw de begrijpelijkheid van de wereld als een wonder of eeuwig mysterie. Je zou een chaotische wereld verwachten, waarop het brein op geen enkele manier vat heeft. Dit ‘wonder’ wordt steeds groter naarmate onze kennis groeit. Hier ligt precies de zwakte van positivisten en professionele atheïsten, die opgetogen zijn dat zij niet alleen met succes de wereld van goden hebben ontdaan, maar ook van wonderen. Gek genoeg moeten we ons tevredenstellen het ‘wonder’ te erkennen zonder dat er ook maar enige mogelijkheid is om het te benaderen.”

Was Einstein gelovig? Sommigen zeggen van wel, anderen menen van niet. Dit zei hij er zelf van: „Mijn godsdienst bestaat uit een nederige bewondering voor de onpeilbare superieure geest die zichzelf laat zien in de kleinste details die wij in staat zijn waar te nemen met ons zwakke en kwetsbare verstand.” Daar ben ik het helemaal mee eens, al geef ik daar zelf een invulling aan die ik niet ontleen aan de wetenschap.

Nieuwsgierig als wij zijn, lopen we overal tegen een grens aan die niet overschreden kan worden. Wanneer wij de werkelijkheid onderzoeken komen we er steeds meer achter hoe complex deze is. De bouwstenen van het atoom blijken elementaire ‘deeltjes’ te zijn, waarvan wij het werkelijkheidskarakter met geen mogelijkheid kunnen bevatten – ons voorstellingsvermogen schiet tekort. Darwin beschouwde de cel waarschijnlijk als een klompje protoplasma – de microscoop bestond nog niet. Wij weten nu dat de cel ingewikkelder is dan de meest geavanceerde chemische fabriek. Mijn bewondering voor de natuur is grenzeloos. Mijn grootste verwondering betreft echter het feit dat Einsteins ”superieure geest” heeft laten weten wie Hij is en wat Hij van ons wil.

Speculatie

Het is wel duidelijk dat je door de werkelijkheid te bestuderen niet zomaar gaat geloven in een schepper. Wel ga je je nieuwsgierig afvragen hoe de kosmos tot stand kwam en of er een bedoeling achter zou kunnen steken. Niet zelden is speculatie dan het gevolg. De gesloten wereld van de wetenschap weet niets van oorsprong, zin of bedoeling achter de processen die zij bestudeert. Voor de moderne wetenschapper is de kans groot dat wat hij met zijn verstand bestudeert voor hem samenvalt met de ‘echte’ werkelijkheid; daarbuiten bestaat niets.

De hamvraag voor niet-gelovigen is natuurlijk óf er een ”superieure geest” was of is. We zullen daar helaas nooit uitkomen als we alleen maar bij onze wetenschap en ons verstand te rade blijven gaan. Pascal schreef al in zijn ”Pensées”: „Het is verwonderlijk dat geen enkele Bijbelschrijver zich ooit bediend heeft van de natuur om God te bewijzen. Allen wijzen op de weg van het geloof. (…) Alleen met het hart, onze kern en diepste zijn, kunnen we contact met God hebben. (…) Als God bestaat is Hij ongrijpbaar; ons verstand is niet bij machte Hem te bevatten.”

De auteur is emeritus hoogleraar medische informatica en oud-rector magnificus van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Reageren aan scribent?goedbekeken@refdag.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer