Warme Rijn funest voor ‘koude’ vissoorten
De stijgende temperatuur van het water in de Rijn is funest voor koudwatersoorten als de zalm, houting, grote meerval en de kwabaal. Meer tropische soorten, zoals de pontische stroomgrondel, die recent voor het eerst opdook in Nederland, profiteren echter van het warme water.
Dat stelde de Nijmeegse onderzoeker Gerard van der Velde donderdag.Onderzoek door de Duitse milieuorganisatie BUND toonde deze week aan dat de Rijn veel te warm is.
De temperatuur bij Lobith, waar de Rijn Nederland binnenkomt, lag gemiddeld 3 graden boven het natuurlijk niveau. De onderzoekers constateerden soms temperaturen van 28 graden Celsius.
Zij wijzen het broeikaseffect en waterlozingen door elektriciteitscentrales aan als oorzaak van de opwarming.
Deze zal alleen nog maar verergeren, voorspelt Van der Velde, die als ecoloog werkzaam is bij de Nijmeegse Radboud Universiteit. Van der Velde leidt als sinds 2000 het onderzoek naar ‘indringers’ in de Rijn.
„In de jaren zeventig was de Rijn door de vervuiling zo goed als dood. De waterkwaliteit is nu enorm verbeterd en veel soorten zijn weer terug. De zalm is er één van, al is dat vooral te danken aan de 3 tot 4 miljoen zalmen die de Duitsers jaarlijks uitzetten.”
De zalmen zullen samen met andere koudwatersoorten echter het veld ruimen voor nieuwelingen als de pontische stroomgrondel. Die komt normaal alleen in het gebied rond de Zwarte Zee voor.
