Tweedehands fietsen voor een hoger doel
Tussen een Turkse specialiteitenzaak en het Surinaams-Hindoestaans afhaalcentrum Roti Mahal zit de fietsenhandel van H. F. Feenstra. Samen met zijn schoonzoon sleutelde de fietsenhandelaar al aan zo’n 150 afgedankte rijwielen. De opbrengst is bestemd voor zendingswerk in Kalimantan (Borneo) en Oost-Europa.
Voor de grote winkelruit staat een wit reclamebord. Aan weerszijden van de winkel staan twee lange rijen blinkende fietsen. Het zijn vehikels die werkeloos in de kelder van oma stonden of na een nieuwe aankoop bij het oud ijzer terechtkwamen. Feenstra is dol op fietsen die niet meer worden gebruikt. Hij haalt ze op, geeft ze een fikse opknapbeurt en brengt ze weer aan de man. Het repareren zit hem in het bloed.
In 1946 begon Feenstra met banden lappen. Een behendigheid waar veel vraag naar was, omdat kort na de oorlog fietsbanden op de bon waren. In december 2000 heeft de 75-jarige fietsenhandelaar zijn boeltje overgedaan aan stichting ZAL, Zending voor Arme Landen. Sindsdien gaat de opbrengst van de fietsenverkoop in zijn geheel naar zendingsprojecten.
De stichting bestaat al sinds 1982 en is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Feenstra zelf is de voorzitter. „Ik krijg een ouderdomsuitkering”, zegt hij. „Maar ik kan nog steeds met de zaak doorgaan. Het heeft niet veel zin om dat geld allemaal voor mezelf op te potten.”
Feenstra, gestoken in een blauwe overall, zakt neer op een stoel in zijn krappe kantoortje. Aan de houten wand hangen kindertekeningen. ”Voor opa”. Daarnaast oude zwartwitfoto’s. Op dit moment krijgt hij ongeveer 2 à 3 fietsen per week binnen. „Veel te weinig”, zegt hij een beetje mismoedig. De handelaar moet het van mond-tot-mondreclame hebben. Toen hij vorig jaar de plaatselijke krant haalde, stond de telefoon roodgloeiend. Maar dat is al weer even geleden en de belangstelling zakt weer af. Desondanks heeft Feenstra in december een jaaropbrengst van 14.000 euro overgemaakt. Feenstra: „Dat zou meer kunnen zijn als ik maar voldoende fietsen krijg.”
De Arnhemmer heeft een goede afzetmarkt voor zijn rijwielen. „In deze stad worden veel fietsen gestolen. Mensen hebben daarom liever een tweedehands die nog goed rijdt dan een splinternieuwe. Als hun bezit dan wordt ontvreemd, is de strop niet zo groot.”
Tot grote schrik van Feenstra werd vorig jaar juli in zijn zaak ingebroken. Hij arriveerde op een zaterdagmorgen bij zijn winkel en ontdekte twee geforceerde deuren. Op de grond lagen de prijskaarten. Eenentwintig lege plaatsen toonden een groot verlies. Ook de kassa was weggegrist. De teleurstelling klinkt nog steeds door in Feenstra’s stem. De gestolen rijwielen waren allemaal nieuw. Een schadepost van zo’n 5000 euro. „Ik weet wie het gedaan heeft”, zegt de handelaar. „Maar ik heb geen bewijzen. En de politie maakt zich er niet zo druk om.” Een lichtpuntje is dat de diefstal de handel veel publiciteit opleverde. Met de verkoop van nieuwe fietsen is hij gestopt.
Feenstra draagt de Oost Europa Zending (OEZ) een warm hart toe. De opbrengsten van zijn zaak leveren een belangrijke bijdrage aan de transportkosten naar Polen of Roemenië. Bij zijn winkel bevindt zich eveneens een kledingdepot ten behoeve van de OEZ. Ieder jaar vereert Feenstra verschillende contactadressen in Roemenië met een bezoek. Zo ziet hij waar zijn geld naartoe gaat. In een informatiebrief van ZAL staat dat hij „in de toekomst nog veel hoopt bij te dragen aan het zendingswerk, aan de verspreiding van de blijde boodschap van het Heil, ons door Jezus Christus aangeboden.”
Als het aan Feenstra ligt, blijft hij voorlopig nog steeds actief. „Als mensen een fiets over hebben, wil ik hem graag komen halen.” De tweedehands tweewielers zijn hier beslist goedkoper dan elders, verzekert de ondernemer.
Hij ziet al uit naar zijn 151e fiets.