Opinie

PvdA-achterban is gespleten

De PvdA bevindt zich in een crisis. De achterban loopt weg naar de PVV, D66 en SP. De PvdA heeft het contact met een groot deel van haar achterban verloren, analyseerden prof. dr. Dick Houtman en dr. Peter Achterberg in een artikel in ”Socialisme en Democratie”. Een samenvatting.

26 June 2009 10:25Gewijzigd op 14 November 2020 08:13
„Lukt het de PvdA niet beide achterbannen bij elkaar te houden, dan kan de partij zomaar uiteenvallen, omdat de partij arbeiders en ‘schoolmeesters’ van zich heeft vervreemd.” Foto ANP
„Lukt het de PvdA niet beide achterbannen bij elkaar te houden, dan kan de partij zomaar uiteenvallen, omdat de partij arbeiders en ‘schoolmeesters’ van zich heeft vervreemd.” Foto ANP

Peilingen van Maurice de Hond per eind maart 2009 maakten duidelijk dat de PvdA, sinds 2006 met 33 zetels vertegenwoordigd in de Tweede Kamer, daarvan niet minder dan een derde deel zou moeten inleveren bij nieuwe verkiezingen. De grootste stijger zou Wilders’ PVV worden, met een royale verdrievoudiging van haar huidige negen zetels tot meer dan dertig. De vraag is niet alleen hoe dit valt te verklaren, maar ook voor welke problemen dit de PvdA precies stelt.Politici maakten zich de afgelopen jaren druk over radicaliserende moslims, imams die vrouwelijke ministers de hand weigeren te schudden; hoofddoekjes, boerka’s en boerkini’s; immigratie, integratie en inburgering. In nauwe samenhang hiermee nemen rechts-populistische politici als Wilders en Verdonk uit naam van ‘het Nederlandse volk’ het politieke bestel op de korrel. Zij zien overheid en politiek als hoofdschuldigen van de ontstane situatie en bovendien als onmachtig, en vaak zelfs onwillig, om de door henzelf gecreëerde problemen op te lossen. In plaats van krachtdadig op te treden tegen de problemen waarmee ‘hard werkende burgers’ dagelijks worden geconfronteerd, zo benadrukken zij hierbij, verliest men zich in eindeloze vergaderingen over bijzaken en herhaalde overleg- en inspraakrondes.

Onderlaag

Waar het gaat om deze sinds de jaren zestig gegroeide post-christelijke culturele polarisatie, zo is in de sociale wetenschappen al een halve eeuw bekend, is het steevast de laag opgeleide maatschappelijke onderlaag die de rechtse en autoritaire standpunten huldigt, terwijl de middengroepen juist pleiten voor individuele vrijheid, zelfbeschikking en aanvaarding van cultureel verschil. Het behoeft dan ook geen betoog dat de opkomst van deze nieuwe politieke cultuur, waarin juist dergelijke culturele kwesties op de voorgrond zijn komen te staan, ingrijpende gevolgen heeft voor sociaaldemocratische partijen als de PvdA.

De PvdA is vanouds niet alleen een arbeiderspartij, zoals René Cuperus niet zo lang geleden nog memoreerde, maar ook „net als haar voorganger, de SDAP, (…) een partij van schoolmeesters, dominees, advocaten.” Nu culturele kwesties zo belangrijk zijn geworden in de politiek trekken de arbeiders (of beter, nu er in dit land nauwelijks nog echte arbeiders bestaan) naar partijen met een cultureel rechtsere agenda en ondervindt de PvdA daarvan de wrange electorale gevolgen.

De partijleiding van de PvdA heeft zich rijkelijk laat gerealiseerd hoe kwetsbaar zij is met een sociaal-cultureel rechtse achterban die de partij zomaar de rug toe kan keren als het culturele beleid te progressief is.

Voor het binnenboord houden van de arbeiders betaalt de PvdA echter een forse prijs. Het andere deel van haar achterban (laten we die dan maar de ‘schoolmeesters’ noemen) begint nu namelijk aan zijn kettingen te trekken. Waarom neemt hun PvdA, die ooit zo grote en ooit zo progressieve volkspartij, niet veel nadrukkelijker afstand van het rechtse populisme? Eenieder die een groot deel van zijn of haar tijd doorbrengt in kringen van sociaaldemocratische schoolmeesters weet hoe groot hun onvrede is.

Tekenend voor de onvrede van de schoolmeesters zijn ook de mooie dagkoersen van D66, dat onder aanvoering van Pechtold wel onomwonden stelling neemt tegen het rechtse populisme van Wilders.

Ook die andere linkse partij die het de afgelopen jaren zo goed heeft gedaan bij de Tweede Kamerverkiezingen, de SP, heeft uiteraard flink last van de PVV. Maar het verschil is dat het haar minder kopzorgen oplevert waar het gaat om het uitzetten van de politieke koers. De SP is immers nooit een partij van schoolmeesters geweest, maar is een echte arbeiderspartij met het daarvoor in het huidige politiek-culturele klimaat ideale ideologische profiel: ‘linkser’ dan de PvdA waar het gaat om sociaaleconomische verdelingsvraagstukken, maar waar het gaat om sociaal-culturele vraagstukken ‘rechtser’ dan de PvdA-schoolmeesters zich zouden wensen.

De PvdA heeft grote moeite om haar traditioneel gespleten achterban van arbeiders en schoolmeesters bij elkaar te houden. Ziet men af van een harde koers tegenover Wilders dan dreigt men zo de schoolmeesters de partij uit te jagen; kiest men echter voor stevige oppositie om laatstgenoemden te behagen, dan dreigt men daarmee juist het laag opgeleide deel van de achterban van zich te vervreemden. Lukt het niet beide achterbannen bij elkaar te houden, dan kan de PvdA zomaar uiteenvallen.

Dick Houtman is hoogleraar cultuursociologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Peter Achterberg is universitair docent sociologie aan dezelfde instelling.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer