Opinie

Import westerse normen desastreus voor Afrika

Westerse waarden moeten niet worden opgedrongen aan Afrika, valt prof. mr. E. A. B. van Rouveroy van Nieuwaal Henk Jochemsen (RD van zaterdag) bij. Maar doen westerse christelijke organisaties dat zelf ook niet?

25 June 2009 10:18Gewijzigd op 14 November 2020 08:12

Henk Jochemsen wijst erop dat Afrikaanse christelijke organisaties kritisch zijn over het westerse beleid inzake hiv/aids. Dat is opmerkelijk, omdat op andere terreinen die import van westerse normen indertijd minder kritisch werd ontvangen. Op grond van eigen rechtsantropologische onderzoekservaring in West-Afrika plaats ik wat aantekeningen.De uitdrukking is bekend: eerst de zendeling, dan de koopman, en vervolgens de (koloniale) macht. Elke geleding importeerde haar eigen normen, of dat nu op godsdienstig, commercieel of bestuurlijk terrein was. Normen en waarden werden desnoods met geweld opgelegd aan de Afrikaanse bevolking. Uitgangspunt was dat het geïmporteerde van hogere kwaliteit was dan wat men aantrof.

Dat betrof niet alleen het westerse recht, maar ook het geloof. Zo is het praktisch alle Afrikaanse landen vergaan. Als niet-theoloog beperk ik me tot mijn vakgebied, het recht. Decennialang verrichtte ik onderzoek naar de wijze waarop westers recht is opgelegd aan gekoloniseerde bevolkingsgroepen en botste met de eigen Afrikaanse rechtsopvattingen.

De gevolgen waren desastreus.Ik noem één voorbeeld uit het huwelijksrecht. In menige West-Afrikaanse samenleving kent men het systeem van uithuwelijken van huwbare meisjes. Het is een ingewikkeld systeem, maar het is niet een ondoordacht uithuwelijken van een vrouw aan een ontvangende partij. Er gaan uitgebreide onderhandelingen aan vooraf. De moeders van bruid en bruidegom spelen daarin een machtige rol. Er ontstaan relaties tussen families die over en weer, soms ettelijke generaties lang, tot beider voordeel zouden moeten strekken.

Verwerpelijk

Althans, in theorie. De rechtspraktijk is vaak anders. Aan de buitenkant, voor het westerse (rechts)oog is dit systeem verwerpelijk en in strijd, zoals dat in Franse koloniale gebieden werd genoemd, met de regels van de –Franse– openbare orde.

Na de dekolonisatie was het onafhankelijk regiem opgezadeld met westerse juridische systemen die geenszins aansloten bij de Afrikaanse rechtswerkelijkheid. Dat was aanvankelijk minder een probleem toen de zittende justitiële macht nog grotendeels een juridische opvoeding had genoten in de voormalige ”moederlanden”. Later werd dat knellender, toen ook Afrikaanse juristen doorkregen dat eigen normen meer zouden moeten doorwerken in hun rechtssystemen.

Maar de ellende van import van westerse normen hield aan toen donorlanden in de jaren negentig hun bemoeienis bleven uitoefenen door ontwikkelingsgelden te koppelen aan hun systemen van democratie, decentralisatie en mensenrechten. Deze koppeling van geld aan westerse bestuursnormen is menig Afrikaan een doorn in het oog.

China, sinds een tiental jaren economisch actief in Afrika, heeft van al deze scrupules geen last en doet aan ruilhandel: wij bouwen jullie infrastructuur waartegenover jullie bodemschatten staan. Het verschil met de voorgaande periode is opmerkelijk: de Chinezen importeren niet hun wijsheden, normenstelsel of politieke ideologie. Ze eisen gewoon grondstoffen terug voor wat zij brengen. De Afrikanen merken overigens dat aan dat systeem ook nadelen kleven.

Ergernis

Terecht stelt Jochemsen dat donoren ontvangende landen geen dwingende regels moeten voorschrijven. Hij concentreert zich daarbij op het vraagstuk van seksualiteit en hiv/aids. Ik ben het met hem eens dat een opgelegde norm de ergernis van de hulp ontvangende partij oplevert. Maar de vraag is of hier niet toch een koppeling plaats heeft aan westerse religieus-ethische standpunten, ook al betreft het Afrikaanse organisaties met een eigen Afrikaanse bemanning, waarbij ik er –misschien ten onrechte– van uitga dat zij een westers georiënteerde theologische scholing ontvingen.

De discussie in welke mate en in hoeverre onze westerse christelijk ethiek in Afrika is doorgedrongen en mogelijk andere uitwerkingen heeft gekregen binnen Afrikaanse kerkgenootschappen, is een andere, minstens zo belangwekkende vraag. Binnen de studie van de religieuze antropologie heeft dat al uitgebreid de aandacht getrokken.

De auteur is emeritus hoogleraar rechtsantropologie en documentairemaker.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer