Opinie

Islam

De opkomst van de multiculturele samenleving kent vele schaduwzijden. Daarover is genoeg bekend. Deze ontwikkeling levert echter ook een opvallende conclusie op. Zij toont dat het theocratisch gedachtegoed, waarbij de overheid zich richt naar beide tafels van Gods Wet, volledig eigentijds is!

21 January 2003 13:10Gewijzigd op 14 November 2020 00:04

Lange tijd gold het als een blijk van christelijke weldenkendheid om te erkennen dat de theocratische staatsvisie achterhaald was. Zeker in een multiculturele en multireligieuze samenleving. Artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis was een museumstuk. Dit nu blijkt een grote vergissing. De meer dan een eeuw oude voorspelling van de theoloog Ph. J. Hoedemaker -het theocratisch beginsel wordt vroeg of laat weer actueel- blijkt profetisch.

Juist nu andere, niet-westerse religies en culturen hun plek claimen in onze samenleving, wordt duidelijk dat ook de overheid kleur moet bekennen. Islam en hindoeïsme zijn geen godsdiensten voor de binnenkamer, maar eisen hun doorwerking naar het publieke leven. Dat leidt steeds vaker tot botsingen met bestaande Nederlandse gebruiken en praktijken. Dit wordt zichtbaar in discussies over islamitische scholen, islamitische feestdagen, vrouwenbesnijdenis, de ambtseed, polygamie etcetera. De overheid zal hierop moeten antwoorden. Als zij niet wil dat de Nederlandse cultuur van kleur verschiet, en bijvoorbeeld islamiseert, dan zal zij haar neutraliteit ten aanzien van levensbeschouwingen en religies vaarwel moeten zeggen. Doet zij dit niet, dan blijft integratie een wassen neus. Hoe kan men integreren in een vacuüm?

Een neutrale overheid blijkt een onmogelijkheid. Niet alleen ten opzichte van militante moslims, maar ook vanwege haar onvermogen een fundament voor gewenste waarden en normen te creëren. Het kunnen ’parasiteren’ op de godsdienstige en burgerlijke moraal die in het christelijk verleden is gevormd, loopt ten einde. De overheid zal positie moeten kiezen in het mijnenveld van botsende religies en levensovertuigingen. De grote vraag is dan waarvóór de overheid zal kiezen. Zal zij aansluiting zoeken bij het christelijk verleden van ons land? Of kiest zij voor een totalitaire toepassing van de vruchten van de Franse Revolutie, ”vrijheid, gelijkheid, broederschap”, waarbij er voor exclusieve religieuze overtuigingen geen ruimte is? Wordt het theocratie of tirannie?

Juist in onze gemengde samenleving kan theocratische politiek goede diensten bewijzen. Deze politiek wortelt in een allesomvattende levens- en wereldbeschouwing: het christelijk geloof. Zij beoogt het welzijn van het gehéle volk en waakt ervoor te vervallen tot belangenbehartiging. Zij accepteert géén gelijkberechtiging van alle godsdiensten, maar verdedigt wel voluit de gewetensvrijheid. Zij richt zich in principe niet tegen personen, maar tegen zaken. Zij is niet revolutionair. Zij legt haar inzichten niet gewelddadig op. Theocratische politiek is ervan doordrongen dat haar streven slechts in voorlopigheid en gebrokenheid gestalte krijgt. Zij heeft geduld met andersdenkenden, omdat zij erkent dat alleen God een mens kan bekeren. Tolerantie is daarom een wezenlijk kenmerk van theocratische politiek. Niet als concessie, maar als confessie. Echte theocratie biedt de beste garantie voor verdraagzaamheid.

Christenen zullen in ieder geval moeten erkennen dat het theocratisch gedachtegoed weer volop actueel is. Het is voor hen het enige alternatief voor een falende, neutrale overheid, die geen antwoorden kan geven op botsende religies en culturen. Nog langer pleiten voor een neutrale overheid, die alle godsdiensten over één kam scheert, geeft er blijk van de eigen tijd niet te verstaan. En het is helemaal kortzichtig om met betrekking tot het theocratisch gedachtegoed alleen maar de ironische vraag te stellen of alle andersdenkenden soms op de elektrische stoel moeten worden gezet of verbannen naar Nova Zembla. Dan speel je pas echt met de belangrijkste kwestie: theocratie of tirannie. Alléén de christelijke politieke partijen die het theocratisch gedachtegoed nieuw elan weten te geven, zullen de komende jaren kunnen reageren op die fronten waarop het aankomt. Als het strijden nog zo lang moet duren.

Mr. D. J. H. van Dijk, beleidsmedewerker SGP-fractie in de Tweede Kamer

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer