Eden
Terecht werd op het congres ”Darwin in de tuin van Eden” (RD 8-6) een kritische opmerking gemaakt over de grenzen van ons wetenschappelijk kennen.
Mede als gevolg van ons formidabel technisch kennen en kunnen, zijn wij collectief en individueel verder dan ooit verwijderd van het eerste gebod in de Bijbel, de opdracht van de Heere God aan de mens in Gen. 2:15: de hof van Eden te bouwen en te bewaren.We weten: het is toentertijd helemaal misgegaan omdat de mens van díé boom nam en at waarvan God had gezegd dat hij dat niet mocht doen. Welnu, nooit wordt er zo intensief en veelvuldig naar de appels van de ‘verkeerde’ boom getast als in onze tijd. Hoe ver zijn ook wij in de omgang met Gods schepping verwijderd van Micha’s profetische gebod om vóór alles „weldadigheid lief te hebben.”
En dan nog dit: nergens in de Bijbel is dit gebod, deze opdracht uit Genesis, ongedaan gemaakt, integendeel. Met Christus’ komst op aarde is zulks alleen maar geaccentueerd. In alle onvolmaaktheid mogen en moeten wij, uit pastorale bewogenheid, Gods schepping metterdaad trachten te bouwen en te bewaren.
Wie kan er, vanuit deze fundamenteel christelijke gedachte, onbewogen blijven als hij bijvoorbeeld verneemt dat varkens, koeien en kippen bij duizenden worden ”geruimd”? Alleen dat woord al. Enzovoort. Gods Heilige Geest in ons leert ons dat wij terug moeten in ons ongebreidelde consumentisme!
K. Baas
Jan Steenlaan 38
1272 HK Huizen
Het artikel ”Een 11 voor Engels? Taart!” op de voorpagina (RD 17-6) laat zien dat er veel onduidelijkheid bestaat over de manier waarop de examencijfers worden vastgesteld. De schrijver van het artikel is kennelijk ook niet goed op de hoogte en geeft de lezer de indruk dat er tegenwoordig met punten wordt gestrooid: „Soms mag er wel 1,4 of 1,9 bij de punten opgeteld worden.” Een leerling met een 4,2 heeft nu opeens een 6,1. Dat is mooi meegenomen.
Zo is het echter niet. Het is altijd zo geweest dat iemand die alles fout had een 1 kreeg en iemand die alles goed had een 10. En zo is het nu nog. Als een examen qua moeilijksgraad goed is, dan is de zogenaamde n-term gelijk aan 1. Dit betekent echter niet dat iedereen er een punt bij krijgt! Dit is de 1 vooraf waardoor ”alles fout” een 1 oplevert en ”alles goed” een 10. Stelt het CEVO vast dat een examen in vergelijking met voorgaande jaren te moeilijk was, dan is de n-term bijvoorbeeld 1,4. Ieders cijfer wordt met 0,4 opgewaardeerd en niet met 1,4. Was een examen te gemakkelijk, dan kan de n-term bijvoorbeeld 0,6 zijn. In plaats van 1 krijgen de kandidaten nu slechts 0,6 vooraf. Je zou dus kunnen zeggen dat er 0,4 van hun cijfer af wordt gehaald.
De n-term is (normaal gesproken) minimaal 0 en maximaal 2. Om ervoor te zorgen dat ”alles goed” geen 10,4 wordt of ”alles fout” een 0,6, worden de normeringstabellen aan de boven- en onderkant enigszins aangepast.
A. A. Overbeeke
Wiskundedocent Calvijn College
Postbus 362
4460 AT Goes
Velen met ons waren en zijn verblijd met de toenadering tussen de Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Sinds 2001 worden er gesprekken gevoerd. Het doel is en moet zijn en blijven: zoeken naar geestelijke herkenning.
De GGiN willen nu eventuele leergeschillen onderzoeken en deze materie gaan betrekken bij de komende gesprekken (RD 18-6). Dat is op zich begrijpelijk en wezenlijk. Mijn vraag is echter: waarom worden niet publicaties van ds. A. Moerkerken en ds. G. J. van Aalst (zij zijn immers docenten aan de Theologische School van de Gereformeerde Gemeenten) in het onderzoek betrokken? En wat te denken van een belangrijke publicatie van ds. C. A. van Dieren, getiteld: “Leerboek, een beknopte inleiding in de geloofsleer”.
Laten we toch meer zoeken naar wat ons samenbindt! De kerkscheuring van 1953 moest ons meer tot smart zijn en worden. Voor Elizabeth Maria van Scheers (beter bekend als Betje Duyzer) uit Brakel was de scheuring zo’n smartelijke beleving. Zij werd gebracht bij de oorzaak. Dat was de breuk tussen de Heere en Zijn Kerk. Ook ontdekte en beleefde deze godzalige vrouw haar eigen aandeel in deze kerkschuld. Wij, ja wij hebben God op het hoogst misdaan, werd voor haar werkelijkheid. Deze beleving wensen wij GGiN en GG van harte toe. Dan alleen zal de samenspreking goed verlopen.
J. A. Jobse
Uddelerweg 51
8075 CH Elspeet