Dring westerse waarden niet op aan Afrika
Afrikanen hebben sterk het gevoel dat internationale verdragen en westerse hulporganisaties waarden aan hen opdringen die een groot deel van de bevolking afwijst, ervoer Henk Jochemsen op een congres in Afrika. Een open dialoog is goed, maar dwangmiddelen passen daar niet bij.
In Amsterdam vindt deze zomer op 11 en 12 augustus het Vijfde Wereldcongres over het gezin plaats onder het thema ”Gezin: meer dan de som der delen”. De tweede dag zal vooral gewijd zijn aan het gezin in de zogeheten ”ontwikkelingslanden”.Als een opmaat voor dat congres werd van 4 tot 6 juni in de Nigeriaanse hoofdstad Abuja een internationale conferentie georganiseerd door de Foundation for African cultural heritage (Stichting voor Afrikaanse cultureel erfgoed). Dit is een koepel van omstreeks twintig Nigeriaanse organisaties die tracht traditionele Afrikaanse waarden te herijken voor toepassing in de hedendaagse moderne maatschappij.
Deels hebben deze organisatie een christelijk, deels een islamitisch karakter en deels geen religieuze identiteit. Men werkt samen met een heel aantal gelijkgestemde organisaties in andere Afrikaanse landen. Er waren ruim 300 deelnemers, hoofdzakelijk uit Nigeria en uit andere Afrikaanse landen zoals Kenia, Ghana en de Democratische Republiek Congo. Verder waren er enkele sprekers uit de Verenigde Staten en ondergetekende uit Nederland.
Het thema was ”Actieplan voor het gezin in Afrika. Dialoog tussen beschavingen”. Het genoemde actieplan is een plan van de Afrikaanse Unie (AU) over het gezin in Afrika. Daarin komen de aangesloten Afrikaanse regeringen overeen om in hun beleid de positie van het gezin te versterken en problemen op het gebied van voorzieningen aan met name (zwangere) vrouwen en meisjes aan te pakken.
Kritisch
In dat plan, dat de periode van 2007 tot 2010 bestrijkt, staat een heel aantal op zich prima voornemens. Toch was de overheersende toon op het congres over dit plan kritisch. Dit betreft vooral drie kwesties. Dat zijn de reikwijdte van zogenaamde ”seksuele en reproductieve rechten”, de wijze waarop vanuit het Westen is gereageerd op de hiv/aidsepidemie en het streven naar wettelijke gelijkstelling van andere seksuele samenlevingsrelaties met het heteroseksuele huwelijk.
Nu zegt het plan van de Afrikaanse Unie over de tweede en derde kwestie niet zo veel. Maar de Afrikanen lezen het plan in het licht van VN-documenten en verklaringen over seksuele en reproductieve rechten, waarnaar het plan ook verwijst. En daar begint voor veel Afrikanen de schoen te wringen.
Nog afgezien van het jargon –mensen reproduceren niet, maar krijgen kinderen, merkte iemand terecht op– is men van mening dat via die internationale verdragen en verklaringen en via het optreden van VN-instanties en andere internationale hulporganisaties aan ontwikkelingslanden waarden worden opgedrongen die door een groot deel van de bevolking beslist worden afgewezen.
Abortus
Voor wat betreft ”reproductieve rechten”, ervaart men dat vanuit VN-kringen nogal eens benadrukt wordt dat daarbij ook toegang tot ”legale en veilige abortus” hoort. De organisatoren en de deelnemers van het congres verwerpen abortus provocatus (uitgezonderd vitale indicatie) en de legalisatie ervan. Overigens is op de VN-conferentie over deze thematiek in Caïro (1994) vastgesteld dat abortus in elk geval niet tot de methoden van geboorteregeling behoort.
Verder is men van mening dat de overheersende benadering van de hiv/aidsepidemie vanuit het Westen te zeer het promoten van condooms is geweest. Dat heeft onder de bevolking in het algemeen niet of nauwelijks geleid tot een inperking van de epidemie. En het heeft naar de indruk van diverse sprekers geleid tot een (impliciete) ondersteuning van het hebben van wisselende seksuele contacten.
Onthouding
Diverse van de vertegenwoordigde organisaties geven in het kader van de preventie van hiv/aids onder meer voorlichting aan jongeren waarin de rol van seksuele relaties in het verspreiden van aids aan de orde komt. Zij leggen daarbij de nadruk op de christelijke seksuele ethiek die intieme seksuele relaties voor en buiten het huwelijk afwijst. Dat betekent dat zij het belang van onthouding benadrukken en de jeugd ondersteunen om dat te praktiseren.
Ook proberen zij jongeren ”life skills” (vaardigheden om het leven vorm te geven) bij te brengen. Daarbij kan men in dit geval vooral denken aan relationele vaardigheden, ook in de omgang met het andere geslacht, het vermogen om nee te zeggen tegen seks als je eigenlijk niet wilt, gezond leven in het algemeen, kennis van de aidsproblematiek, goed omgaan met mensen die leven met hiv/aids et cetera.
Het lijkt me van groot belang dat het Westen in zijn hulp aan andere landen niet de eigen waarden opdringt. Waar verschil van mening bestaat, is het goed een open dialoog te voeren maar daarin passen geen dwangmiddelen. In hoeverre dat daadwerkelijk gebeurt, weet ik niet. Maar dat vele Afrikanen een dergelijke dwang, of op zijn minst drang ervaren, is onmiskenbaar. Een signaal om acht op te slaan!
De auteur is algemeen directeur van Prisma, vereniging van christelijke ontwikkelingsorganisaties.