Kerk & religie

Een levenslang schrijnende wond

Ouders die hun baby rond de geboorte verliezen, moeten een groot verdriet verwerken. Geen blijdschap, kraamvisite, kleertjes en doop. In plaats daarvan moeten ze een begrafenis regelen, een kistje uitkiezen en een overlijdensadvertentie opstellen. Om deze ouders een uitlaatklep te bieden, praktische voorlichting aan te reiken én de problematiek meer bekendheid te geven, richtten lotgenoten een vereniging op. Met als treffende naam ”In de knop gebroken”.

Gijsbert Wolvers
19 June 2009 10:52Gewijzigd op 14 November 2020 08:10
De echtparen De Boer en Van Meeuwen verloren allebei hun baby in de 31e week van de zwangerschap. „Je wordt nooit meer echt de oude” V.l.n.r.: Cora en Maurits de Boer, Ellen en John van Meeuwen. Foto RD
De echtparen De Boer en Van Meeuwen verloren allebei hun baby in de 31e week van de zwangerschap. „Je wordt nooit meer echt de oude” V.l.n.r.: Cora en Maurits de Boer, Ellen en John van Meeuwen. Foto RD

Maurits en Cora de Boer uit Oostkapelle verwachten in 2003 hun derde kind. Halverwege de zwangerschap komen er grote zorgen over de levensvatbaarheid. Waarschijnlijk heeft de vrucht een chromosoomafwijking.Na 31 weken voelt Cora geen leven meer. Twee dagen later moet ze een gestorven baby ter wereld brengen. „Dat is niet alleen lichamelijk, maar ook emotioneel heel zwaar”, zegt ze nu. „Je bent nog niet bevallen en je moet al de begrafenis regelen.” Haar man: „Ik wist dat het kindje niet zou huilen. Toch hoopte ik dat er leven zou zijn. Tot op het laatste moment.” Het levenloos geboren kindje is een dochter. Ze noemen haar Imke.

Het Zeeuwse echtpaar gaat een zware periode tegemoet. Na de droeve gang naar het graf blijkt het verschil in verwerking tussen man en vrouw groot. Maurits gaat weer aan het werk. Dat verzet zijn gedachten. Zijn vrouw blijft echter thuis. Zij mist het lichamelijke contact met haar kindje. Dat ze het van de ene op de andere dag is kwijtgeraakt, kan ze maar moeilijk bevatten. Ook de nacontroles ervaart ze als zwaar. „Je wordt nooit meer echt de oude. Met Imke begroeven we een stukje van onszelf.”

John en Ellen van Meeuwen uit Dordrecht hadden vijfenhalf jaar geleden een vergelijkbare ervaring. Zij verwachten dan hun vijfde kind, na vier gezonde dochters. Eveneens in de 31e week krijgt Ellen een stevige griep met een ontregelde diabetes. Op die avond voelt ze geen leven meer. De volgende dag bevestigt het ziekenhuis het vreselijke vermoeden.

Eerst moet Ellen beter worden en aansterken. Na vijf dagen baart ze haar eerste, maar levenloze zoon: Jaco. Ook het echtpaar Van Meeuwen maakt een moeilijke en verwarrende tijd door. Veel praktische vragen komen op hen af, het regelen van een begrafenis en de grafkeuze. John: „We moesten onze weg zoeken, ook al kregen we veel steun van het ziekenhuis en het pastoraat.”

Zowel Ellen van Meeuwen als Cora de Boer heeft de neiging zichzelf verwijten te maken. Cora: „Had ik toch niet meer moeten rusten?” Ellen: „Had ik die avond meteen alarm moeten slaan?”

Kleutergroep

Weken, maanden, jaren van verwerking verstrijken. Maurits de Boer: „In het begin telden we toch af tot de veertigste week.” Ellen van Meeuwen: „In mijn gedachten groeit Jaco nog steeds mee. Ik vind het vreselijk om bij een kleutergroep te komen. Daar had hij ook kunnen zitten.”

In februari 2008 verschijnt een artikel in deze krant over de familie ”Stigter” die halverwege de zwangerschap een tweeling verloor. Daarbij staat een oproep aan ouders die hetzelfde meemaakten zich te melden bij De Vluchtheuvel, een christelijke stichting voor psychosociale hulpverlening. Doel is te inventariseren of er behoefte is aan (een vereniging voor) lotgenotencontact. De echtparen De Boer en Van Meeuwen melden zich, met anderen.

Vier maanden later houdt de christelijke gereformeerde predikant M. Kempeneers uit Elburg, eveneens lotgenoot, een lezing voor deze ouders. Een jaar eerder is zijn pastoraal-theologische handreiking over dit thema verschenen. Tijdens de bijeenkomst kunnen ouders aangeven structureler lotgenotencontact te willen. Daaruit vloeit de vereniging ”In de knop gebroken” voort, die in februari dit jaar wordt opgericht.

Maurits de Boer is voorzitter, John van Meeuwen tweede voorzitter, terwijl hun echtgenotes eveneens een belangrijke rol spelen in de vereniging, die momenteel rond de twintig leden telt. Hoewel de organisatie nog bescheiden van omvang is, stellen de twee echtparen vast dat zij bestaansrecht heeft. „Er zijn wel algemene instellingen die zich met dit onderwerp bezighouden, zoals de Vereniging Ouders van een Overleden Kind, Stichting Wiegendood en Stichting Lieve Engeltjes”, zegt Maurits de Boer. „Maar wij merken dat aansluiting op geestelijk gebied van groot belang is. Er leven veel geloofsvragen rond het overlijden van jonge kinderen.”

Veel reformatorische ouderparen worstelen met de vraag of hun kind behouden is. In de gereformeerde gezindte domineren twee denklijnen: op grond van de belofte alléén worden alle jonggestorven verbondskinderen zalig, of: alleen de uitverkoren kinderen worden zalig. Neemt de vereniging hierover een standpunt in? „Nee”, verklaart John van Meeuwen. „De Heere gaat met iedere ouder een andere weg. Het is aan Hem of Hij de eeuwige bestemming wil openbaren.” Maurits de Boer: „We willen andere ouders in deze tere zaak ondersteunen.”

Zelf weten beide ouderparen dat hun kind bij de Heere is. Cora de Boer: „Wij hebben de zekerheid mogen ontvangen dat we Imke aan de Heere hebben teruggegeven.” John van Meeuwen: „De ouderling die ons bezocht, las Jeremia 31:17. Daarin zegt de Heere dat er verwachting is voor onze nakomelingen. Dat heeft ons de overtuiging gegeven dat Jaco’s eeuwigheidsbestemming boven is, ook al ervaren wij dat niet altijd zo.”

Voorlichting

Het geven van steun en het bevorderen van lotgenotencontact zijn twee hoofddoelstellingen van de nieuwe vereniging. De bestuursleden zien echter nog een andere taak voor zich weggelegd: het geven van voorlichting over het verlies van een kind rond de geboorte of bij het krijgen van een miskraam.

Als ouders met zo’n verlies worden geconfronteerd, krijgen ze te maken met allerlei praktische zaken. Moeten ze de foetus begraven of is die daarvoor te jong? Waar moeten ze de foetus begraven: op een begraafplaats, in de eigen tuin, of elders? Of moeten ze de beslissing aan het ziekenhuis overlaten? In het laatste geval zullen ziekenhuizen de onvoldragen vrucht meestal in een massagraf begraven, of verbranden, weet John van Meeuwen.

Tot de vierentwintigste week van de zwangerschap mag het kind worden begraven, maar als de foetus 24 weken of ouder is, moet dat. Aangifte bij de Burgerlijke Stand is eveneens verplicht. „Ook met dit soort informatie willen wij mensen helpen”, aldus Maurits de Boer.

Van de verhalen van lotgenoten en uit eigen ervaring weten de echtparen De Boer en Van Meeuwen dat familie, pastoraat en ziekenhuispersoneel soms tekortschieten in de benadering van ouders die dit verlies meemaken. Het gebeurt dat familie het overleden kind niet wil zien, of dat een pastor de ouders kort na het overlijden niet meer bezoekt. Ook is het voorgekomen dat ziekenhuispersoneel de ouders feliciteerde met de geboorte.

Om zichzelf en de problematiek te presenteren wil de vereniging kerkenraden in de breedte van de rechterflank van de gereformeerde gezindte aanschrijven. Daarnaast wil zij landelijke lotgenotenavonden organiseren. In een later stadium hoopt de groep regionale bijeenkomsten te organiseren en ook ontmoetingen voor grootouders, broertjes en zusjes.

Het benaderen van kerkenraden is niet overbodig, stelt Maurits de Boer. „De desbetreffende ouders worden snel vergeten. Niemand mist ons kind, omdat ze het niet hebben gekend. Er wordt vaak voorbede gedaan voor weduwen, weduwnaren en wezen. Rond de doop wordt nogal eens gebeden voor echtparen die geen kinderen hebben gekregen of mensen die nooit tot een huwelijk zijn gekomen. Dat is allemaal goed. Maar het zou ook fijn zijn als er werd gebeden voor ouders bij wie een kind nog voor de doop is weggenomen, of als de naam van het kind op oudejaarsavond wordt afgelezen, net als die van oudere overledenen.”

Wat kunnen omstanders doen die niet over het verlies durven te beginnen maar toch betrokkenheid willen tonen? Cora de Boer: „Stuur af en toe een kaartje, als teken van meeleven.” John van Meeuwen: „Zeg gerust: Ik vind het moeilijk om erover te praten, maar wil graag met jullie meeleven. De ouders van het overleden kind kunnen er ook zelf over beginnen. Dit verlies is ten slotte een diepe wond die we ons hele leven meedragen.”


In de knop gebroken

De vereniging In de knop gebroken werd 4 februari officieel opgericht. Doel is onder meer het bevorderen van lotgenotencontact tussen ouders die een miskraam kregen of bij wie het kind voor of vlak na de geboorte overleed.

”In de knop gebroken” koos bewust niet voor een absolute afbakening: ouders van wie het kind is overleden vanaf de conceptie tot en met kort na de geboorte. „Het verlies van een kind van wie de omgeving nauwelijks afweet, is anders dan dat van een kind dat mensen hebben zien fietsen of spelen”, zegt Cora de Boer, vrouw van voorzitter Maurits de Boer.

Ouders die een kind vanaf een jaar hebben verloren en een soortgelijke vereniging willen oprichten, kunnen op de steun van het bestuur rekenen, zegt John van Meeuwen, tweede voorzitter. „Wij hebben zelf ons licht opgestoken bij de Reformatorische Vereniging van Ongewild Kinderloze Echtparen, Revoke. Zij hebben ons geadviseerd en we mochten hun statuten en huishoudelijk reglement als basis gebruiken. Zo willen wij op onze beurt ook een eventuele nieuwe vereniging helpen.”

De nieuwe vereniging belegt vrijdagavond een bijeenkomst voor de doelgroep in het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente van Dordrecht. Spreker is ds. P. Mulder, oud-predikant van deze gemeente.

indeknopgebroken.nl voor meer informatie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer