„Een 11 voor Engels? Taart!”
Geslaagd, of toch niet? Voor veel leerlingen in het voortgezet onderwijs zijn het spannende dagen. Een kijkje achter de schermen.
De vmbo-leerlingen horen woensdag de uitslag van hun examen. Donderdag volgen havo en vwo. Het vaststellen van die uitslag begint als de school van de Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven (CEVO) te horen krijgt hoe de cijfers berekend moeten worden.Op het Van Lodensteincollege in Hoevelaken is de examencommissie woensdagmorgen al vroeg present. Rond acht uur verschijnen op de laptop van examensecretaris J. de Jager lange lijsten op het scherm.
Het groepje docenten dat om hem heen staat, tuurt gespannen naar de cijfers die tevoorschijn komen. „Ah, dat vak gaat flink omhoog. Dat mag ook wel; het examen was gruwelijk moeilijk.”
De docenten hebben de puntenaantallen die hun leerlingen tijdens de examens hebben behaald, de achterliggende weken in de computer ingevoerd. Aan de hand van de cijferlijsten van het CEVO kan de examencommissie nu zien of die scores verhoogd mogen worden of niet.
Sommige examens waren nogal aan de pittige kant. Daarom mogen de scholen alle leerlingen er bijvoorbeeld een punt bijgeven; anders is het niet ‘eerlijk’ in vergelijking met de examens van eerdere jaren.
Bij andere vakken staat 0,0. Dan krijgen de leerlingen geen extraatje. Soms mag er wel 1,4 of 1,9 bij de punten opgeteld worden. Dat is een behoorlijke opsteker. Voor een aantal leerlingen betekent het dat ze toch geslaagd zijn, terwijl ze anders zouden zakken.
De scores worden ook nog een keer met de hand ingevoerd. Bij elke leerling verschijnt tegelijkertijd zijn pasfoto op het scherm. Daarna volgt een zorgvuldige controle. „Stel je voor dat je 4,7 hebt ingetypt in plaats van 7,4”, zegt een docent.
Opeens doet zich een ‘probleem’ voor: een leerling heeft voor Engels een 10 gehaald, en bij dat vak krijgt iedereen er 1,0 bij. Een 11 dus? Dat kan niet. „Zullen we hem taart laten bezorgen?”
Het is een heel gereken. Halverwege de ochtend zijn de cijferlijsten klaar. De leerlingen weten dan nog van niets. Eerst worden de resultaten met de mentoren en decanen besproken, daarna met de teamleiders.
’s Middags komen de docenten bij elkaar. Een voor een worden de namen van de leerlingen opgelezen en de cijfers bekeken. Er wordt vastgesteld wie het advies krijgt een herkansing te doen.
Zelf bellen
Daarna gaan de mentoren de leerlingen uit hun mentorklas bellen: eerst degenen die gezakt zijn –al dan niet met het advies een herkansing te proberen–, daarna degenen die wel een diploma krijgen.
Voor 19.00 uur moeten alle leerlingen gebeld zijn. „Sommigen kunnen niet wachten; die bellen zelf al. We vertellen de uitslag natuurlijk pas als die helemaal vaststaat”, zegt directielid B. Paanstra. „Voor de mentoren is het leuk dat ze ook de geslaagden kunnen bellen; anders zouden ze vandaag alleen slecht nieuws vertellen.”
Voor de meesten van de 110.000 vmbo-examenkandidaten is er gelukkig goed nieuws: geslaagd! De vlag kan uit, met een verfomfaaide schooltas aan de mast.
Met een gerust hart kunnen de leerlingen vakantie houden, of aan het werk. Na de zomer begint de vervolgopleiding.