Opkomend land wil meer invloed
De grote opkomende landen met een hard groeiende economie willen meer invloed in het wereldwijde financiële systeem.
Dit hebben Brazilië, Rusland, India en China, de zogeheten BRIC-landen, dinsdag gesteld na hun eerste top.„De opkomende en ontwikkelende economieën moeten een grotere stem en grotere vertegenwoordiging krijgen in internationale financiële instituties”, schreven de leiders van de landen in een verklaring. Opkomende landen hebben relatief weinig invloed in organisaties als de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds.
Rusland wilde vooraf dat de vier landen zich zouden uitspreken over de rol van de dollar in de wereldhandel. Deze zou volgens de Russen kleiner moeten worden en worden vervangen door alternatieve reservemunten. Bij de top hield China zich hier echter stil over, wat erop wijst dat de landen het over dit onderwerp niet eens zijn.
De term BRIC werd in 2001 gelanceerd door de Amerikaanse econoom Jim O’Neill. Hij wilde daarmee de aandacht vestigen op de groeiende macht van de grote opkomende landen. Op dit moment hebben de economieën van de vier landen een gezamenlijke omvang van ongeveer 15 procent van de wereldeconomie.
China maakte dinsdag op de top bekend dat het een lening van 10 miljard dollar (7,2 miljard euro) zal verstrekken aan de Sjanghai Samenwerkingsorganisatie (SCO). Het land vergroot hiermee zijn invloed in het SCO, waarvan naast China nog vier Centraal-Aziatische landen en Rusland deel uitmaken.