Opnieuw Ahmadinejad
Mahmud Ahmadinejad is opnieuw voor vier jaar president van Iran. Dat is het resultaat van de verkiezingen van vrijdag. Het was een ruime overwinning voor de conservatieve Ahmadinejad. Hij behaalde maar liefst bijna 64 procent van de stemmen, tegenover minder dan 34 procent voor zijn belangrijkste tegenstander, de hervormer Mir Hossein Musavi.
Omdat Ahmadinejad in alle steden en provincies als eerste eindigde en zijn zege zo royaal was, wordt getwijfeld aan een eerlijk verloop van de stembusgang. Zelfs in Tabriz, de stad waar Musavi vandaan komt, behaalde Ahmadinejad een ruime meerderheid. Dat lijkt wel heel onwaarschijnlijk, maar omdat er geen transparante procedures zijn is het moeilijk vast te stellen of er inderdaad sprake is van fraude.Musavi en zijn aanhangers kunnen zich moeilijk neerleggen bij de uitslag. Het is de vraag of hun protesten iets uithalen. Wat opvalt, is het uitzonderlijke geweld waarmee de autoriteiten de protesten de kop indrukken. De hoogste Iraanse leider, ayatollah Ali Khamenei, noemt de uitslag een „goddelijke beschikking” en roept de bevolking ertoe op zich achter Ahmadinejad te scharen.
De verkiezingsstrijd heeft een diep verdeeld land laten zien. Aan de ene kant staat de moderne stadsbevolking die persoonlijke vrijheden en democratische rechten verlangt. Daartegenover staan de conservatieve aanhangers van Ahmadinejad: eenvoudige, religieuze mensen die blij zijn met de gratis aardappelen die Ahmadinejad uitdeelde tijdens zijn campagne. De elites in de steden haalden voor dergelijke praktijken hun neus op, maar bij de armen heeft het blijkbaar gewerkt.
De nederlaag van Musavi kan het einde inhouden voor de hervormingsbeweging in Iran. Velen zullen twijfelen aan de haalbaarheid van hervormingen binnen het islamitische systeem. Ze zullen zich teleurgesteld, bedrogen en misbruikt voelen. Het binnenlandse politieke klimaat zal er niet op vooruitgaan. De persvrijheid zal verder aan banden worden gelegd en minderheden zoals de christenen en de bahai zullen het nog moeilijker krijgen.
De overwinning van Ahmadinejad betekent voor het Westen een voortzetting van de moeilijke betrekkingen met Iran. Tijdens de verkiezingsstrijd kondigde Ahmadinejad al aan geen nieuwe gesprekken met de VN-Veiligheidsraad over het Iraanse atoomprogramma te zullen aangaan. Het Westen verwachtte van Musavi als president meer flexibiliteit.
De hoop dat Teheran en Washington na drie decennia weer met elkaar om de tafel zullen gaan zitten, is vervlogen. Een ontmoeting tussen de Amerikaanse president Barack Obama en Ahmadinejad lijkt onwaarschijnlijk.
Ook met betrekking tot het vredesproces in het Midden-Oosten valt van Ahmadinejad, die het bestaansrecht van de staat Israël bestrijdt en bovendien de Holocaust ontkent, geen constructieve bijdrage te verwachten.
Menigeen in binnen- en buitenland hoopte dat na de winter van Ahmadinejad het voorjaar van Musavi zou aanbreken. Die hoop is ijdel. Alles wijst erop dat er een nieuwe, mogelijk nog strengere winter in aantocht is.