„Geweld in dienst religie gevaarlijk”
„Paulus gaat naar Damascus om christenen met geweld naar Jeruzalem te brengen. Maar geconfronteerd met het kruis van Christus kan hij vervolgens onmogelijk de boodschap van de Gekruisigde met geweld verspreiden”, zo zei dr. S. Janse donderdag in Tilburg.
De predikant van de protestantse gemeente Driebergen-Rijsenburg sprak tijdens een workshop in het kader van een publieksdag over het thema ”Paulus tussen sjoel en kerk” aan de faculteit katholieke theologie van de Universiteit van Tilburg. Dr. Janse behandelde het subthema ”Paulus en het (religieus) geweld”.Na zijn roeping blijft Paulus met name verbaal buitengewoon gewelddadig, stelde dr. Janse. Hij verwees daarbij naar Schriftplaatsen als Galaten 5:12 („of ze ook afgesneden werden”) en Filippensen 3:2 („Ziet op de honden”).
In zijn brieven kan Paulus verbaal over de schreef gaan, aldus de predikant, maar we moeten er voorzichtig mee zijn om dit soort taalgebruik en geweld exclusief op Paulus’ rekening te schrijven. „Het behoorde tot het zelotisme, de geloofsijver, in die tijd een component binnen het farizeïstisch jodendom. Wie geconfronteerd werd met overtreding van Gods wet, kon als charismaticus geroepen worden onmiddellijk het oordeel te voltrekken, zo nodig het doodsvonnis.”
Paulus deed er volgens dr. Janse nog een schepje bovenop, wat voor een deel is te herleiden tot zijn karakter. Na zijn bekering neemt Paulus wel afstand van fysiek geweld. „Zijn Damascuservaring is dat Jezus leeft. Paulus geeft zich gewonnen en stelt zijn leven in dienst van de Gekruisigde. Het Koninkrijk van God komt juist in de weg van het kruis en het lijden. Paulus is geconfronteerd met de Macht die geen wapens nodig heeft. Na Damascus veranderen zijn boodschap en zijn methode.”
Mohammed
Daarin verschilt Paulus van Mohammed, bij wie geweld in principe geaccepteerd is om de theocratie van Allah te vestigen. Dr. Janse: „Ik zou moslims willen uitnodigen om deze inzet van Mohammed eens te vergelijken met die van Jezus, en zich af te vragen of geweld in dienst van de religie niet levensgevaarlijk is.”