Meer dan een laboratorium
Dat het RIVM jubileert, merkt hij vooral aan het symposium en het muziekfestival die het 100-jarige onderzoeksinstituut organiseerde. „En vandaag is de koningin hier zelfs langsgeweest”, mailt dr. Matthijs van den Berg, senior onderzoeker bij het Centrum voor Volksgezondheid Toekomstverkenningen van het RIVM.
Van den Berg studeerde biomedische wetenschappen in Leiden en promoveerde daarna aan de Vrije Universiteit in Amsterdam op een proefschrift over de besluitvorming rond prenatale screening. „Inmiddels werk ik hier bijna drie jaar en ik heb me nog geen dag verveeld.”Eigenlijk, zegt Van den Berg, „dacht ik bij het RIVM alleen aan infectieziekten en laboratoria, maar het is veel breder. En dat maakt het werken hier ook zo leuk. Daarnaast ligt aan elk project een heel concrete vraag ten grondslag. Het onderzoek is dus direct relevant voor het beleid, er wordt echt iets mee gedaan, en ook dat trekt mij aan.”
Preventie
Van den Berg zit in het team preventie en beleid, dat zorgt voor de kennis over het aanbod, de organisatie, de kwaliteit en de (kosten)effectiviteit van preventieve maatregelen. „Twee projecten slokken het grootste deel van mijn tijd op. Het eerste is het project Volksgezondheid Toekomstverkenning (VTV) 2010.
In dat project werken we aan een nieuwe VTV; een rapport dat één keer in de vier jaar verschijnt. Het geeft inzicht in de gezondheidstoestand van de Nederlander, in de oorzaken van gezondheidsverlies en in de mogelijkheden tot verbetering van de gezondheidstoestand door preventie en zorg, inclusief de kosten.
Het tweede is het project Kosteneffectiviteit van preventie. Daarbinnen doen we literatuuronderzoek en modelleringstudies naar de verhouding tussen de kosten en de gezondheidseffecten van preventieve maatregelen die in Nederland nog niet zijn ingevoerd.
Ik leid dat project, dus dat betekent veel vergaderen, plannen maken, stukken lezen en beoordelen en uiteindelijk een rapport opleveren.”
Publiciteit
Een aantal RIVM’ers haalt met hun onderzoek veelvuldig de publiciteit. Toch is dat geen vanzelfsprekendheid, weet Van den Berg uit eigen ervaring.
Een Engelstalig wetenschappelijk tijdschrift dat een artikel van hem en zijn collega’s accepteerde voor publicatie stelde vervolgens voor een persbericht rond te sturen. „Op het laatst zagen ze er toch van af. Bij nadere toelichting vonden ze het verhaal niet spannend genoeg”, vertelt Van den Berg.