De mens, een afgezette koning
Het is even gevaarlijk om God te kennen zonder zijn ellende te kennen als om zijn ellende te kennen zonder God te kennen.
Met deze uitspraak van de Franse wis- en natuurkundige en filosoof Blaise Pascal begon dr. R. Fernhout zaterdag zijn referaat ”Verbijsterende genade. De correlatie tussen kennis van de ellende en kennis van God”. De oud-universitair hoofddocent wereldreligies aan de VU in Amsterdam was hoofdspreker op de jaarlijkse conferentie van de Stichting Vrienden van Dr. H. F. Kohlbrugge, in de Grote Kerk te Vianen.Wat overigens deze kerk betreft: ooit blijkt hier ds. J. M. Noothoven enige tijd te hebben gestaan, de hervormde predikant die Frits Kohlbrugge op 21 augustus 1803 in Amsterdam doopte. „Toen Kohlbrugge hier in 1856 op de kansel stond, was dat dus dezelfde als die waarop de dominee had gestaan die hem gedoopt had”, merkte ds. L. J. Geluk, voorzitter van de Vrienden van Dr. H. F. Kohlbrugge, op.
Afgezette koning
Verbijsterende genade – de woorden vormen de letterlijke vertaling van ”Amazing grace”, het lied van de Engelse predikant-dichter John Newton. Dr. Fernhout: „Gods genade staat zó haaks op ons natuurlijk denken en gevoelen.” Pascal, en later ook dr. Kohlbrugge, hebben daar iets van ingezien, doorleefd.
Van nature haten alle mensen elkaar, aldus Pascal. Ons egoïsme ligt ten grondslag aan oorlog, politiek en –actueel– economie. „Dat betekent voor Pascal niet dat de mens geen goed kan doen”, zei dr. Fernhout, gereformeerd emeritus predikant te Daarle. „Maar als je doorprikt, stoot je altijd weer op eigenliefde.”
Naast zijn ellende staat echter zijn grootheid. „In ons denken bestaat volgens Pascal de waardigheid van de mens. Maar, Pascal stelt ons denken in dienst van onze ellende. Wie zijn verstand gebruikt, móét ontdekken dat hij ellendig is. Een afgezette koning.”
Hoe is dat te verklaren? Door de overdracht van zonde, stelde Pascal. De erfzonde. Dr. Fernhout: „Voor ons verstand is dat de grootst mogelijke onzin. Niets is aanstotelijker dan het leerstuk van de erfzonde. Het is een mysterie. En toch, zei Pascal: De mens is ondoorgrondelijker zonder dit mysterie dan dat dit mysterie ondoorgrondelijk is voor de mens.”
Hoe kunnen we in deze situatie God leren kennen? „Niet in onszelf. Ook de filosofie biedt volgens Pascal geen soelaas. De filosofen verwijzen naar de natuur. Maar daaruit leren we hooguit een verborgen God kennen. De natuur is zodanig dat zij overal blijk geeft van een verloren God en van een verdorven natuur.”
Niets minder is nodig dan een ommekeer, aldus de Franse denker. „Zonder Middelaar is er geen omgang tussen God en mens mogelijk. Nodig is, wat Luther genoemd heeft, de vrolijke ruil. Zoals Pascal het in die nacht van 23 op 24 november 1654 zo intens ervoer: „Jezus Christus – dat ik nooit meer van Hem gescheiden mocht worden.””
Vleselijk
Dr. Kohlbrugge had iets van zijn ellende leren kennen, zei dr. Fernhout. Maar in 1833 maakte hij een tweede bekering mee, die leidde tot zijn bekende ”kommapreek” over Rom. 7:14.
Ook Kohlbrugge ontdekte wat de (erf)zonde inhield, in het bijzonder bij de gelovigen. „Een peilloze bron van alle gruwelen.” Dr. Fernhout: „Maar wat zien wij bij gelovigen gebeuren? Zij maken de wet vleselijk – alsof wij die zelf zouden kunnen vervullen. Het woord ”dankbaarheid” wordt vervangen door ”heiligmaking”. Men bekeert zich volgens Kohlbrugge van de wellust tot kloosterheiligheid, van de dansbodem naar de trappen van de preekstoel.”
Zulke gelovigen moeten echter worden uitgedreven vanuit hun eigen paradijs. „De duivel ziet, aldus Kohlbrugge, voldaan toe hoe er grote kerken gebouwd worden, hoe we een miljoen aan de zending geven, of voor het drukken van Bijbels. Als hij maar één ziel door het vertrouwen op die arbeid ten val kan brengen.”
Maar ook de gelovige is en blijft vleselijk, een en al vlees. „Er blijft volgens Kohlbrugge niets anders over dan je te beroepen op Jezus Christus, als de laatste Man, de tweede Adam, die de wet voor de Zijnen vervuld heeft.”
„En dit lijkt me ontzettend actueel in het kerkelijk en christelijk leven van vandaag”, zei de gereformeerde emeritus predikant tijdens de vragenbeantwoording. „Zelf lees ik het Nederlands Dagblad, maar ongetwijfeld zie je het in het Reformatorisch Dagblad ook. Het gaat er tegenwoordig zo vaak om wat een christen moet doen, moet presteren. We willen presteren. Maar het komt aan op die ”laatste Man”.”
Dr. W. Aalders
Het middaggedeelte stond in het teken van het feit dat het een eeuw geleden is dat de hervormde theoloog dr. W. Aalders (1909-2005) werd geboren. Achtereenvolgens voerden drs. M. A. (Marijke) Aalders (”Enkele losse opmerkingen van een dochter”), ds. L. J. Geluk (”Mijn kennismaking met dr. W. Aalders”) en dr. H. Klink (”Dr. W. Aalders als Bijbeluitlegger”) het woord. D. L. Aangeenbrug van uitgeverij Groen overhandigde het boek ”Tekst en uitleg. Dr. W. Aalders en dr. H. Klink in gesprek over het Evangelie naar Mattheüs” aan Marijke Aalders en dr. Klink.