Wijsheid
Een getrouwe leraar moet met een bijzondere vlijt het nut van de gemeente Gods dienen. Hij zal zijn kostelijke tijd zoeken uit te kopen. Hij zal werk maken van een nuttige en gezegende bijbelstudie, om als Apollos machtig te zijn in de Schriften en ervaren te zijn in het Woord der gerechtigheid.Hij moet zo machtig zijn, om de onwetenden te onderrichten, de ongeregelden terecht te brengen en de kleinmoedigen te vertroosten. Ja, het zal zijn tere zucht zijn dat hij van Boven geleerd mag worden, om een leraar in het Koninkrijk der hemelen te zijn, die uit de schat van zijn hart nieuwe dingen kan voortbrengen. Daartoe wenst hij niets anders te weten dan Jezus Christus, de Gekruiste.
O, hoe leert een getrouw leraar door hemels licht, dat hij de kracht van alle stukken uit de Schrift bevindelijk mag kennen en dat hij ingeleid wordt om de Heere zijn God te vrezen. Hij weet dat zij geen wijsheid hebben die des Heeren wet verwerpen, maar dat het zijn wijsheid zal zijn dat hij Gods geboden onderhoudt. Dit, zegt de alwijze God immers, zal uw wijsheid en uw verstand zijn. Dan zullen de heidenen zeggen: Dit volk alleen is wijs en verstandig.
Ja, met Job vraag ik: Waar is de wijsheid ? De zee zegt: In mij is zij niet. De dood en de hel hebben haar gerucht gehoord. Maar tot de mens zegt God in Psalm 111: De vreze des Heeren is het beginsel der wijsheid….
Wilhelmus Schortinghuis predikant te Midwalda, (Het innig Christendom, 1740)