„Toch sluit ik een nieuw Réveil niet uit”
„Begeef je onder oude mensen en als u een wijze ontmoet, hecht u dan aan hem.” De woorden, ontleend aan het apocriefe boek Jezus Sirach, vormen min of meer het motto van de nieuwe bundel ”Tekst en uitleg. Dr. W. Aalders en dr. H. Klink in gesprek over het Evangelie naar Mattheüs”. Dr. Klink: „De Bijbel is berekend op de tijd waarin wij leven.”
Een bezoek aan de pastorie van de hervormde gemeente te Hoornaar, waaraan dr. Klink inmiddels zo’n achttien jaar is verbonden, levert altijd weer schrijfstof te over op. Over de hervormde theoloog dr. W. Aalders, die op eerste kerstdag 2005 op 96-jarige leeftijd overleed. Over Nieuwe Testament en Septuaginta. Over de „apocalyptische” tijd waarin „wij mét onze kinderen” leven. Over de (on)mogelijkheid van een nieuw Réveil.
Aanleiding tot het gesprek is deze keer de verschijning van het boek ”Tekst en uitleg”, dat vandaag tijdens de jaarlijkse conferentie van de Stichting Vrienden van Dr. H. F. Kohlbrugge in Vianen wordt gepresenteerd. Het is het eerste in een reeks. „Ik ben nu bezig met Lukas.”
Elke vrijdag
De serie „exegetische studies” moet de neerslag gaan vormen van de talloze gesprekken die dr. Klink en dr. Aalders samen voerden, de laatste jaren steeds op vrijdag.
„Eigenlijk moet je het zo zien”, zegt de predikant in de serre van de pastorie – met op tafel een stapeltje boeken van de Grieks-Joodse filosoof Philo. „In mijn Woord vooraf verwijs ik naar het motto dat de Franse filosoof Jean Guitton in 1941 meegaf aan zijn boek ”Portrait du M. Pouget”. Pouget was een oude, bijna blinde priester, met wie Guitton vele gesprekken heeft gevoerd – ook op vrijdag. Tijdens die gesprekken maakte hij aantekeningen. Na de dood van Pouget heeft hij die verwerkt in twee boeken. Wacht, ik zal ze halen.”
Even later: „Hier, dit boek heeft Guitton als motto meegegeven de raad van Jezus Sirach: „Begeef je onder oude mensen en als u een wijze ontmoet, hecht u dan aan hem.””
Dr. Klink: „Ik heb dat ook gedaan. Ik denk dat ik me toch wel Aalders’ beste vriend mocht noemen. Overigens heeft de existentialist Albert Camus, bepaald geen geestverwant van Guitton of Pouget, later over die twee boeken gezegd dat ze tot de mooiste behoorden die hij in de Franse literatuur kende.”
Wanneer kwam u voor het eerst in contact met dr. Aalders?
„Dat was in mijn studietijd, in Utrecht. Zo af en toe ging ik dan naar hem toe, met een paar vrienden, ook theologiestudenten. Dat klikte.
Later heeft dat contact zich geïntensiveerd, en na het overlijden van zijn vrouw, in 1997, bezocht ik hem iedere vrijdag. Dan bespraken we de preek die ik zondag zou houden, maar dat zeker niet alleen. Aalders was zó erudiet, zo buitengewoon op de hoogte van allerlei ontwikkelingen ook, van de nieuwste literatuur. Hij was een groot theoloog.
Op een gegeven moment ben ik toen aantekeningen gaan maken, die ik vervolgens thuis uittikte. Nooit gedacht dat we die gesprekken nog zo lang mochten voeren – Aalders was al achter in de tachtig toen we ermee begonnen. Ik heb drie ordners met uitgewerkte aantekeningen staan.”
Geleidelijk aan rees het idee om daar toch iets mee te doen. „En in nauwe samenwerking met Marijke Aalders, een van zijn dochters, is het eerste boek nu tot stand gekomen.”
De bundel ”Tekst en uitleg” kreeg een oplage van 1500 exemplaren. ”Dr. W. Aalders en dr. H. Klink in gesprek over het Evangelie naar Mattheüs”, luidt de ondertitel.
Waarbij het in het algemeen niet duidelijk is wie wat zegt.
„Uit mijn aantekeningen valt dat wel op te maken. Maar de gesprekken moesten bewerkt worden, omdat ze zo voor publicatie niet geschikt zijn. Het boek is daarom geschreven in de geest van de gesprekken die we hebben gevoerd. Marijke Aalders heeft de aantekeningen steeds van tevoren bekeken: wat konden we er beter niet inzetten, wat was typisch haar vader? De uiteindelijke tekst is van mijn hand. Ik ben eindverantwoordelijk. Daarbij is het zo dat Aalders en ik op dezelfde denklijn zaten. We hadden, om het zo te zeggen, hetzelfde ”Anliegen”.”
Hoe zou u dat typeren?
„Aalders’ denken werd bepaald door de eeuwigheid. Dat heeft veel mensen in de gereformeerde gezindte ook zo aangesproken. En zeker zijn ontdekking van de Septuaginta, ontstaan in de bange overgangstijd tussen Oude en Nieuwe Testament, is daarbij voor hem een eyeopener geweest. We zijn pelgrims, onderweg naar het hemelse Jeruzalem. En ook daarom moet de kerk niet opgaan in het apostolaat, in het sociale. We maken deel uit van de geschiedenis, die, zo blijkt uit alles, naar het einde gaat. We zijn in een apocalyptische tijd terechtgekomen. Met de Franse Revolutie is het ongeloof mondig geworden. En we zijn er getuige van waar dat toe leidt: het kwaad, de mens der zonde, laat zich gelden. Steeds meer. Maar de Bijbel is berekend op de tijd waarin wij leven.”
Aalders’ boeken lijken vaak iets van heimwee te ademen.
„Ik denk dat dat klopt. Heimwee – ja. Waarbij je er, dat heb ik bij het schrijven van dit boek ook gemerkt, voor moet oppassen dat heimwee tot iets klaaglijks wordt. Want dat is niet goed. Niet Bijbels. „Mij is gegeven alle macht.” Ik vind dat altijd weer een ontroerend woord van Christus, in Mattheüs 28. Hij is de Pantocrator, zoals Aalders dat zo kon zeggen, Die alles in Zijn handen heeft.”
Daarom besteedde u in uw gesprekken ook aandacht aan het „Bidt dan den Heere des oogstes, opdat Hij arbeiders uitstote” (zie kader rechts).
„En daarom sluit ik een nieuw Réveil toch niet helemaal uit. Dat sluit ik zelfs wereldwijd niet uit. De geschiedenis staat bol van de wonderen. In hele delen van de wereld tref je een toenemende openheid aan voor het Evangelie. Wie had in de intertestamentaire periode ooit kunnen denken dat de Septuaginta tot stand zou komen? Wie zal zeggen wat er in de moslimwereld nog gebeurt? Nee, je weet het nooit.”
Apocalyptisch – het woord roept associaties op met het Bijbelse spreken over de antichrist. Mensen als Luther en Melanchthon hebben dit steeds verbonden met Rome én met de Turken, de islam.
„Calvijn was daarin weer wat genuanceerder. Zelf denk ik bij de antichrist niet aan de paus – hoe begrijpelijk die gedachte eerder in de geschiedenis ook was, of aan de islam. Ik zie hem meer in de mens der zonde, de mens der wetteloosheid, die je zich in het Westen al meer en meer ziet manifesteren. In het nihilisme, dat overigens ook in andere culturen en godsdiensten een verwoestend effect kan hebben.”
Is er anno 2009 nog belangstelling voor een boek als dit?
„Ik weet het niet. Misschien wel. In ieder geval hoop ik het. Wat Aalders en ik bijvoorbeeld steeds hebben geprobeerd, is om inzichten uit de nieuwste nieuwtestamentische literatuur te verwerken. Om die literatuur, vaak afkomstig uit Duitsland, Martin Hengel, of Engeland, ook voor de gemeente relevant te maken. Er verschijnt zo veel op dit gebied, maar vaak wordt het alleen maar door vakbroeders onderling gelezen. Dat is niet goed.
Wat je vandaag ook ziet, is een schrijnend gebrek aan kennis, aan inzicht, aan wijsheid. We willen populair zijn, als predikant, als kerk. En dat beperkt zich echt niet tot evangelische kringen. Maar niets is zo gevaarlijk als dat. Wie op die toer gaat, komt altijd bedrogen uit. En daarom óók dit boek. Omdat de Bijbel, God, ons in het Evangelie naar Mattheüs zo veel te zeggen heeft.
Maar als het gaat om belangstelling voor dr. Aalders: ik merk die toch zeker ook bij jonge mensen. Niet alleen voor Aalders trouwens, ook voor Groen van Prinsterer, of voor andere reuzen uit de geschiedenis. Binnenkort komt hier weer een groep begaafde, heel begaafde studenten uit verschillende disciplines, twee dagen lang. En dan gaan we praten, en lezen. Nogmaals: je weet het nooit. Zo is het Réveil in de negentiende eeuw ook ontstaan.”
Begin vorig jaar pleitte u in het blad Ecclesia voor de vorming van een vriendenkring van theologen en predikanten die zich, evenals toen, zouden gaan mengen in „de strijd der geesten nú.” Hoe staat het daarmee?
„Ik heb daar toen best wel reacties op gehad, maar toch niet zo dat daar iets uit kwam. Ook wel wat negatieve reacties, ja.
En toch: laatst moest ik een lezing verzorgen in Leiden, kwam er na afloop een student naar me toe die zei: „Ik moet nog vaak aan uw oproep van toen denken. Wat vind ik het aardig om u nu te ontmoeten!”
En dat geeft me dan toch weer moed. Werpt uw brood uit op het water en u zult het vinden, na vele jaren. Zou dat ook niet van de traditie gelden die Aalders vertegenwoordigt?”
N.a.v. ”Tekst en uitleg. Dr. W. Aalders en dr. H. Klink in gesprek over het Evangelie naar Mattheüs” (uitg. Groen, Heerenveen, 108 blz.).
Dr. W. Aalders eeuw geleden geboren
Dr. Willem Aalders werd geboren op 5 mei 1909 –onlangs honderd jaar geleden– in ’s Gravenmoer. Predikant was hij te Oosterzee, Koudum, Groningen en ’s-Gravenhage. Op 25 december 2005 overleed de hervormde theoloog, die de laatste jaren van zijn leven in Bussum woonde, 96 jaar oud. Hij ligt, met zijn vrouw, begraven op de begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag.
Dr. Aalders was een vruchtbaar schrijver, die ook velen in de achterban van deze krant aansprak en dat nog doet – onder meer vanwege zijn „verzet tegen de tijd” (zoals de titel van één van zijn boeken luidt). Andere titels zijn bijvoorbeeld ”Burger van twee werelden” (1972), ”Theocratie of ideologie” (1977), ”Luther en de angst van het Westen” (1982), ”De tijdgeest weerstaan” (1984), ”Antwoord op de Godsverduistering” (1992) en ”De kerk het hart van de wereldgeschiedenis” (1995). In 1994 was hij hoofdopsteller van het ”Hervormd Pleidooi”.
Tot op zeer hoge leeftijd publiceerde dr. Aalders, waaronder een „Bijbels-theologische trilogie” rond het thema apocalyptiek: ”De Septuagint. Brug tussen synagoge en kerk” (1999), ”De apocalyptische Christus. Volgens TeNaCh, Septuagint en Evangelie” (2001) en ”Apocalyps en Evangelie. Over de johanneïsche geschriften” (2003). Zijn laatste boek was ”Confiteor – Ik belijd. Het Evangelie als heilstijding in een apocalyptische tijd” (2004).
Uit de presentatie van het boek ”Tekst en uitleg. Dr. W. Aalders en dr. H. Klink in gesprek over het Evangelie naar Mattheüs”, vandaag op de conferentie van de Stichting Vrienden van Dr. H. F. Kohlbrugge in de Grote Kerk te Vianen, blijkt dat de publicatiestroom van en rond de erudiete theoloog nog niet is opgedroogd. Vanmiddag zullen op de Kohlbruggedag dochter drs. M. A. (Marijke) Aalders, ds. L. J. Geluk (Rotterdam) en dr. H. Klink (Hoornaar) stilstaan bij achtereenvolgens de persoon, het werk en het gedachtegoed van dr. Aalders.
Het wachten is nu nog op een biografie…