„Zonder heiligmaking zal niemand de Heere zien”
Er bestaat veel verwarring over de verhouding van rechtvaardigmaking en heiligmaking. Bij Rome schuiven die twee in elkaar; men gelooft ten onrechte door heiligmaking gerechtvaardigd te worden. Toch is het wel waar dat zonder heiligmaking niemand de Heere zal zien.
Dat zei ds. W. Silfhout donderdagavond in Gouda op de jaarlijkse thema-avond van de Cursus Godsdienst Onderwijs (CGO) van de Gereformeerde Gemeenten. De predikant uit Capelle aan de IJssel sprak over ”Heiligmaking, onmisbaar tot zaligheid”.Spreken over heiligmaking is in deze tijd een hachelijke zaak, aldus de predikant. „Enerzijds is het ”gij geheel anders” voor velen niet meer belangrijk. Het zit toch niet in het uiterlijke? Anderzijds kan de gedachte leven dat wij in onze gezindte wel beter zijn dan anderen.” Een „subtiel gevaar” in het spreken over heiligmaking is volgens ds. Silfhout dat heiligmaking wordt vereenzelvigd met rechtvaardigmaking. „Dan wordt de mens aan het werk gezet, terwijl we vergeten dat heiligmaking een gevolg is van het werk van God.” Toch wegen deze gevaren niet op tegen de noodzaak er wel over te spreken, zo stelde de predikant: „Heiligmaking is noodzakelijk tot zaligheid, maar dreigt een ondergeschoven kindje te worden. In het leven van de heiligmaking kunnen Gods kinderen voldoen aan de roeping een zoutend zout en een lichtend licht te zijn.”
Uit omschrijvingen van heiligmaking door onder anderen ds. G. H. Kersten en prof. W. H. Velema komt volgens de predikant naar voren dat er een actieve en een passieve kant aan de heiligmaking is en dat de smet en macht van de zonde erin worden weggedaan. Het is gericht op God, de medemens en onszelf. „Ik omschrijf het liever zo dan als een „heerlijke omhelzing met je hemelse Vader”, zoals het bijvoorbeeld door Paul Washer genoemd wordt.”
Ds. Silfhout noemde een aantal overeenkomsten en verschillen tussen rechtvaardigmaking en heiligmaking: „Beide zijn onmisbaar tot zaligheid en beide zijn deel van het grote werk van verlossing door Christus. De rechtvaardigmaking is echter een volkomen daad van God voor ons, waar we niets aan hoeven bij te dragen, terwijl de heiligmaking een voortgaand werk in ons is, waar we ook zelf bij betrokken zijn. Het één geeft een recht op de hemel, het ander maakt geschikt voor de hemel.”
De inleider sloot aan bij de bespreking van het gedachtegoed van Stichting Heart Cry door drs. A. Huijgen. „We moeten de hand eerst in eigen boezem steken. Zijn wij niet te makkelijk klaar met onze eigen zonden? En krijgt heiligmaking onder ons wel voldoende aandacht? Jongeren zitten niet te wachten op een rechtzinnig verhaal, maar willen horen over een leven met God.”