Buitenland

„Vier juni is voor ons te ingrijpend om te vergeten”

„Het is moeilijk voor te stellen hoe gevoelig 1989 hier voor de regering en de partij ligt”, zegt Zhang Lijia. „Ze is absoluut paranoïde.” Op het moment dat ze deze kwalificatie uitspreekt is de druk op dissidenten en nabestaanden van slachtoffers al tot grote hoogte opgevoerd. Vandaag, de dag van de herdenking van de neergeslagen studentenopstand, is de druk tot een zeldzaam niveau gestegen.

Van onze medewerker
4 June 2009 10:45Gewijzigd op 14 November 2020 08:03
PEKING – Een politieman verhinderde donderdagmorgen een journalist foto’s te maken van het Tiananmenplein in Peking. Twintig jaar na dato is nog steeds niet bekend wat daar op 4 juni 1989 gebeurde. Foto EPA
PEKING – Een politieman verhinderde donderdagmorgen een journalist foto’s te maken van het Tiananmenplein in Peking. Twintig jaar na dato is nog steeds niet bekend wat daar op 4 juni 1989 gebeurde. Foto EPA

Zhang Lijia nam deel aan de studentenprotesten in China op 4 juni 1989. Twintig jaar na dato blikt ze terug.De Britse schrijver George Orwell schreef het al in zijn boek “1984”: totalitaire regeringen proberen het zicht op het verleden te controleren om de toekomst te kunnen beheersen. In China gebeurt dat rond de studentenopstanden van 4 juni 1989. Maar Zhang laat zich niet intimideren. „Mijn vrienden hebben strikte instructies gekregen om hun mond te houden, maar ik zeg wat ik wil.” Dat ze een Brits paspoort heeft en veel contacten bij de Britse en de Amerikaanse ambassade helpt. „Ook zonder die contacten en dat paspoort zou ik zeggen wat ik vind.”

Waarom is de regering zo nerveus? Wordt al niet twintig jaar de officiële lezing over de landelijke demonstraties en de bloedige afloop op 4 juni nauwgezet gepropageerd? „Het klopt dat de echte feiten worden verdoezeld”, zegt Zhang. „In het onderwijs en door de mensen die erbij betrokken waren. Zelfs Bao Tong (de normaliter uitgesproken kritische oud-secretaris van de in 1989 in genade gevallen premier Zhao Ziyang, red.) vertelt niet de waarheid aan zijn kleindochter. Dat zegt heel veel. Mensen zijn bang voor de gevolgen.”

Maar volgens Zhang is dat niet de enige verklaring voor het doodzwijgen van de ware toedracht rond 1989. Wat ook meespeelt is „selectieve generositeit.” „De intelligentsia van 1989 is ingekapseld door de partij. Nadat ze boete deden over hun optreden, kregen ze banen aangeboden en werd het verleden met rust gelaten. Een stille afspraak tussen partij en stedelijke elite, noemt Zhang het. En die elite is gecorrumpeerd en daarom heeft ze het morele recht om nu nog te spreken namens de slachtoffers van 1989 verspeeld, vindt Zhang.

De intellectuelen die zich niet lieten paaien zijn het land uitgezet of zijn maatschappelijk gemarginaliseerd. Dat geldt volgens de schrijfster nog meer voor arbeiders die destijds de straat op gingen. „De partij vreesde de studenten, maar was als de dood voor het arbeidersproletariaat. Die is na 4 juni dan ook echt hard aangepakt.”

Als voormalige arbeider zonder noemenswaardige opleiding sloot Zhang zich aan bij de demonstrerende studenten in Nanking. Want niet alleen in steden als Peking en Sjanghai, ook in Nanking, Dalian, Hefei, Guangzhou, Chengdu en Chongqing vonden betogingen plaats. „Wat de demonstraties voor de regering zo beangstigend maakte, was dat intellectuelen en arbeiders zich verenigden.” In Peking, en ook nog eens ongeveer om de hoek van Zhongnanhai, waar de meeste Chinese leiders wonen, deden zelfs soldaten in uniform en journalisten van de staatsmedia mee. „Er was een ongelooflijk gevoel van saamhorigheid. We hadden dezelfde doelen.”

Als ze vertelt hoe ze de straat op ging tijdens betogingen en hoe ze probeerde omstanders mee te krijgen, lichten haar ogen op. „Het was uniek, die samenloop van omstandigheden en mensen. Nu zou het niet meer kunnen. Het was ook een gemiste kans voor de partij, want die had een echte hervormingsslag kunnen maken.”

Toch heeft ze wel een sprankje hoop voor de toekomst. „Enerzijds zie je dat China niet meer gelooft in communisme, maar wel in consumentisme. De cultuur heeft de afgelopen twintig jaar veel aan diepgang verloren.”

Maar de Chinese schrijfster wijst ook op een andere kant. „Je ziet dat in onze samenleving het individu weer belangrijker wordt. Dat is misschien wel de kern van een democratiseringsbeweging die van onderaf tot stand komt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer