Kerk & religie

Gebedsboekje 15e eeuw werpt licht op Brugge

Een antiquaar heeft onlangs een gebedenboekje uit ongeveer 1460 gevonden met daarin twee gedichten van Anthonis de Roovere, in de 15e eeuw een gevierd schrijver uit Brugge.

Cultuurredactie
4 June 2009 09:04Gewijzigd op 14 November 2020 08:03Leestijd 3 minuten
Brugge, de stad van schrijver De Roovere. Foto RD, Henk Visscher
Brugge, de stad van schrijver De Roovere. Foto RD, Henk Visscher

In het gebedenboekje dat de antiquaar, die graag anoniem wil blijven, opduikelde, staan naast de twee gedichten van De Roovere ook twee anonieme gebeden en twee werken uit het zogenaamde Gruuthusehandschrift, een middeleeuws verzamelhandschrift dat geldt als de enige bron voor een groot aantal Middelnederlandse teksten.Prof. dr. Johan Oosterman, hoogleraar oudere Nederlandse letterkunde aan de Radboud Universiteit Nijmegen, heeft het middeleeuwse gebedenboekje in bruikleen. Volgens de hoogleraar, die in 1995 promoveerde op een studie naar Middelnederlandse berijmde gebeden, is het opgedoken boekje de tot dusver oudste bron met werk van de dichter Anthonis de Roovere, zo stelde hij gisteren.

De Roovere leefde van 1430 tot 1482 in Brugge. Hij was al tijdens zijn leven een gevierd schrijver. Vooral Vlamingen kennen nog altijd een paar van zijn gedichten, bijvoorbeeld ”Vander Mollenfeeste” en ”Die gheen pluymen en can strijcken”.

De Roovere was ook de eerste Nederlandse dichter die zijn werk in druk zag verschijnen, stelt prof. Oosterman. „Dit boekje stamt uit de tijd dat de dichter zelf nog leefde. Hij kan het in handen hebben gehad.”

De Roovere was als schrijver lid van de rederijkerskamer ”De Heilige Geest” in Brugge. Aanvankelijk was hij bouwmeester, maar vanaf 1466 werd hij door Brugge betaald als stadsrederijker. Dat betekende dat hij, naast het salaris dat hij ontving voor het schrijven van teksten, een jaarlijkse toelage van de stad kreeg. Daarmee was De Roovere de eerste stadsdichter van de Nederlanden.

De Roovere schreef dramatisch werk en proza, maar werd vooral bekend door zijn rondelen, balladen en refereinen. Daarbij had hij een scherpe kijk op het leven van alledag en beschreef hij wat er volgens hem mis was aan de maatschappij. Als typisch late middeleeuwer was hij geobsedeerd door de ijdelheid van al het wereldse streven.

De Roovere was zeer productief. Maar helaas zijn er slechts weinig bronnen uit de tijd dat hij zelf nog leefde, aldus prof. Oosterman.

Het gebedenboekje dat nu is opgedoken, heeft De Roovere vermoedelijk gemaakt voor een van zijn bekenden. Het werk is zeer zorgvuldig uitgevoerd en van illustraties voorzien. „Dit is geen simpel naslagwerkje; hier wilde iemand van genieten”, aldus prof. Oosterman. „Misschien was het bestemd voor iemand die net als De Roovere lid was van de rederijkerskamer.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer