Homokwestie hoog op agenda kerken VS
Voor Brad Froslee was het een grote dag toen hij in februari dit jaar werd bevestigd als predikant van de Calvary Lutheran Church in het Amerikaanse Minneapolis. Zijn ouders en zijn grootmoeder waren getuige. Ook zijn vriend, met wie hij al vijf jaar samenwoont, was erbij. En dat is nu net het probleem. Daarom geldt Calvary voorlopig nog als vacant.
Of het werk van Froslee in de gemeente nabij het centrum van Minneapolis officiële erkenning krijgt, zal in augustus duidelijk worden. Dan vergadert de synode van de Evangelical Lutheran Church. Zij moet zich uitspreken over de vraag of homoseksuelen die niet celibatair leven, toegelaten kunnen worden tot de kerkelijke ambten. De strijd om de homorechten is in Amerika nog lang niet gestreden. Niet in de maatschappij, maar ook niet in de kerk. Slechts in enkele kerken hebben homoseksuelen dezelfde rechten als heteroseksuelen.De United Church of Christ, een federatie van protestantse kerken, ging daarbij voorop. Nog voordat de grote, gevestigde kerken begonnen aan het homodebat, werden daar praktiserende homoseksuelen toegelaten tot het ambt. In 1972 nam de conventie daartoe het besluit. Maar de United Church heeft dan ook een lange traditie van progressiviteit. Ze was vaker de eerste. In 1785 liet ze als eerste denominatie een niet-blanke toe tot het ambt, en in 1853 opende ze de kansel voor vrouwen. Bij de gevestigde kerken staat het onderwerp homoseksualiteit komende maanden hoog op de agenda. En het is niet denkbeeldig dat het debat in verschillende kerken tot scheuringen zal leiden.
Verdeeldheid over dit onderwerp is er in elk geval, zeker ook in de Evangelical Lutheran Church in America, het kerkverband waartoe Froslee behoort. De 4,7 miljoen leden tellende denominatie is de grootste lutherse kerk in de VS. De afgevaardigden zullen zich moeten uitspreken over een verklaring waarin het huwelijk „een verbond tussen man en vrouw” wordt genoemd.
Tijdens dezelfde bijeenkomst ligt echter ook een voorstel op tafel om plaatselijke gemeenten de vrijheid te geven het homohuwelijk te erkennen en om ambtsdragers te ordenen die voor een homoseksuele levenswijze kiezen. „We willen vanuit het landelijk bestuur geen dwang opleggen aan plaatselijke gemeenten”, zegt een woordvoerder van de 37 leden tellende centrale raad die leiding geeft aan de Evangelical Lutheran Church. De verklaring over het huwelijk ziet hij ook niet als het enige antwoord op de vragen rond huwelijk en homoseksualiteit. „Het is geen decreet, maar een gids voor een veilige route. Een gemeente kan echter een andere weg inslaan.”
Deze aanpak is niet uniek. Twee jaar geleden koos de Presbyterian Church (USA) –niet te verwarren met de meer conservatieve Presbyterian Church in America– voor een soortgelijk dubbelbesluit. Dat leidde tot het uittreden van enkele tientallen gemeenten. Zij vinden dat de erkenning van het homohuwelijk en de acceptatie van homoseksuelen als ambtsdrager absoluut strijdig is met de gereformeerde beginselen.
Eenzelfde risico loopt de Evangelical Lutheran Church als ze in augustus instemt met het voorstel dat plaatselijke gemeenten een homoseksuele voorganger mogen accepteren. Een groep van lutherse leden en gemeenten heeft zich vorige week gewend tot de centrale raad met het verzoek de voorstellen alsnog in te trekken. „Als de lutherse kerk in Amerika deze mogelijkheid opent, zal ze zich vervreemden van broeders elders op de wereld”, schrijven de opstellers van de brief. Ds. Mark Chavez, woordvoerder van de groep verontrusten: „Er zullen zich gemeenten afscheiden.” Maar de voorzitter van de centrale raad, bisschop Mark S. Hanson, stelt onomwonden: „Binnen onze kerk is ruimte voor een veelheid van meningen.”
Niet alleen lutheranen worstelen met het homovraagstuk, ook binnen de anglicaanse gemeenschap in de VS (2,2 miljoen leden) is er een hevig debat. Dat zal begin juli tijdens de nationale conventie van de Episcopal Church in Anaheim tot een ontknoping moeten komen. Sinds de benoeming van Gene Robinson (een goede vriend van president Obama) in 2003 tot bisschop van New Hampshire woedt er binnen deze kerk een debat tussen conservatieven en liberalen. Mede onder druk van de internationale anglicaanse gemeenschap drong de conventie van de Episcopal Church in 2006 er bij lokale gemeenten op aan geen bisschoppen of andere geestelijken te wijden „die met hun levenswijze onrust zouden brengen binnen het geheel van de kerk.” Desondanks scheidden zich 700 behoudende anglicaanse gemeenten in Canada en de VS af.
Tijdens de komende anglicaanse conventie willen meer vooruitstrevende afgevaardigden voorstellen indienen waardoor erkenning van het homohuwelijk mogelijk wordt. Dat is temeer opmerkelijk omdat Rowan Williams, de aartsbisschop van Canterbury en spiritueel leider van de anglicaanse wereldgemeenschap, juist pleit voor een moratorium op de kerkelijke erkenning van het homohuwelijk en van de praktiserende homoseksuele ambtsdrager. Ongetwijfeld zal hij dat ook verdedigen tijdens de conventie in Anaheim.
„Als de Amerikaanse anglicanen een eigen weg kiezen, zullen we trouwe kerkgangers kwijtraken en bovendien ons losmaken van onze broeders elders op de wereld”, zegt de conservatieve bisschop Edward S. Little II.
De voorzitter van de conventie van de Episcopal Church, Katharine Jefferts Schori, maakt zich er niet veel zorgen om. „Amerikaanse anglicanen kunnen prima samenwerken met partners elders op de wereld, ook als wij kiezen voor een progressiever standpunt.”
Edward S. Little II is niet verbaasd. „Zondige begeerten zijn niet te bestrijden met redelijke argumenten. Het kwaad heeft een ontembare drang zich te vermenigvuldigen. We kunnen hooguit de ontwikkeling wat remmen. Alleen God kan ons nog redden.”