Bos contra Balkenende
Onverwacht ontwikkelt de verkiezingscampagne zich tot een nek-aan-nekrace tussen CDA en PvdA. Of beter gezegd, tussen Balkenende en Bos. Want meer dan ooit wordt de verkiezingsstrijd beheerst door de persoon van de lijsttrekker.Natuurlijk is het van belang dat de PvdA de signalen van de tijdgeest heeft opgepikt. Als het gaat om criminelen, asielzoekers en allochtonen neemt de partij veel hardere standpunten in dan voorheen. Ook de PvdA is er nu voor om recidivisten strenger te bestraffen. Preventief fouilleren en cameratoezicht stuiten niet meer op bezwaren. Allochtonen die hun inburgeringscursus niet afronden, moeten ook volgens de socialisten gekort worden op de bijstand.
Dat in het verkiezingsprogram van de PvdA de fiscale aftrekbaarheid van de hypotheekrente niet langer onaantastbaar is, wordt in de verkiezingscampagne zoveel mogelijk verzwegen of gebagatelliseerd. Ook ten aanzien van militaire acties tegen Irak neemt de PvdA een gematigd standpunt in. Duidelijk anders dan GroenLinks of de SP.
Met andere (meer linkse) standpunten zou Bos wellicht veel zwevende kiezers afstoten. Bovendien zal de huidige opstelling van de PvdA het na de verkiezingen makkelijker maken om het eens te worden over het regeerakkoord voor een eventuele coalitie tussen CDA en PvdA.
Toch geldt dat de PvdA haar snelle opmars in de peilingen voor alles te danken heeft aan de uitstraling van haar nieuwe lijsttrekker. Omvangrijke groepen kiezers laten zich in hoge mate leiden door het vertrouwen dat de eerste man van de PvdA hun inboezemt, door zijn gevatheid in het debat en vlotheid in de omgang. Nog sterker dan voorheen verwordt de politiek zo tot een theaterstuk.
In de peiling van Maurice de Hond staat de PvdA al bovenaan. In andere peilingen laat deze partij een razendsnelle opmars zien, maar is zij het CDA nog niet gepasseerd. De peilingen van De Hond zijn vooral een momentopname, terwijl bijvoorbeeld de Politieke Barometer van Inter/View-NSS meer een trend aangeeft.
De SP, die eind vorig jaar absurd hoog stond (meer dan 20 zetels), is nu weer aan het zakken. Die partij heeft te vroeg gepiekt, zoals dat heet. Eenzelfde effect zou zich ook wel eens voor kunnen doen bij het CDA. Op zich zou het al een hele prestatie zijn wanneer de christen-democraten hun geweldige verkiezingswinst van vorig jaar (14 zetels) volgende week weten vast te houden. Maar in de peilingen kwamen zij aanvankelijk nog veel hoger uit.
Door de strijd om de eerste plaats tussen CDA en PvdA is inmiddels ook het premierschap in de schijnwerpers komen te staan. Balkenende heeft laten weten dat hij er niets voor voelt om vice-premier te worden in een kabinet met een PvdA-premier. Dan wil hij als politiek leider van het CDA vanuit de Tweede Kamer opereren.
De PvdA zit met het probleem dat zij nog geen kandidaat-premier beschikbaar heeft. Een of twee maanden geleden was die vraag nog volstrekt niet aan de orde, maar nu is zij opeens actueel geworden. In Nederland kiezen we weliswaar niet de premier, maar de kiezers willen wel weten wie de grote partijen als hun kandidaat zien. De tijd is voorbij dat tijdens de kabinetsformatie een kandidaat-premier ineens uit het niets naar voren werd geschoven.
Een felle strijd tussen twee partijen om de eerste plaats in de eindfase van de campagne heeft vaak een aanzuigende werking op de kiezers. De PvdA trekt kiezers weg die anders misschien D66, GroenLinks of SP zouden stemmen. Het CDA zou aarzelaars kunnen trekken die anders hun stem op de VVD, de ChristenUnie of de SGP uitgebracht zouden hebben. Daarbij moet men echter wel bedenken dat de kans groot is dat CDA en PvdA na volgende week woensdag hun verschillen delen en samen een coalitie aangaan.