Dat zei ds. J. Huttenga woensdag na afloop van de besloten bijeenkomst. De BNP wilde de losgemaakte predikanten bij elkaar brengen. „Binnen de kerken komen ze vaak in een isolement terecht en kunnen ze hun verhaal moeilijk kwijt.” Op de eerste bijeenkomst kwamen twaalf predikanten. Die zijn, op één gereformeerd vrijgemaakte predikant na, allen lid van de Gereformeerde Kerken.

Volgens ds. Huttenga zijn er wel contacten met hervormde en doopsgezinde predikanten die losraakten van hun gemeente. „Deze ontmoeting is ook voor predikanten uit andere kerken bedoeld. Wij hopen dat die er een volgende keer bij zijn. Het gaat bij losmaking niet over twijfel over geschiktheid of over de schuldvraag, maar om het feit dat de werksituatie in die specifieke gemeente het samen verder functioneren niet meer goed toelaat.”

Ds. Huttenga werd zelf eerder losgemaakt van een gemeente en is nu adviseur van de BNP. Hij zei dat de sfeer van de dag van die aard was dat de betrokken predikanten zeker niet alle schuld legden bij de kerken. „Als er al negatief over de kerk gedacht wordt, dan gaat het over de procedures die men achter de rug heeft. Verder werd ook positief gesproken over de gemeenteleden die aandacht aan een losgemaakte predikant en diens gezin blijven besteden.”

De dag had niet alleen betekenis voor de predikanten. „Die hebben elkaar kunnen ontmoeten en deelden ervaringen. De organisatie kan echter ook van de gesprekken leren. Zodoende kunnen wij mogelijk weer beter advies geven aan de theologische opleidingen, aan de BNP en aan de kerken. Ook zouden ze kunnen bijdragen aan het voorkomen van losmaking, een betere aanpak alsmede aan zorgvuldiger procedures en de begeleiding door onder andere de BNP.