Opinie

Strijd tegen atheïsme vergt moed

In het Commentaar van deze krant van 2 mei werd de boeiende vraag opgeworpen waarom in Nederland orthodoxe christenen zo weinig inbrengen tegen de profeten van het atheïsme. In ons land kan een man als Herman Philipse, een doorgewinterde atheïst, vrijwel onweersproken zijn gang gaan. Zeker in grote kranten zoals NRC Handelsblad en op congressen krijgt hij weinig substantieel tegenspel van christenen. De openbare en boeiende collegeseries die Philipse geeft tijdens het studium generale van de Universiteit Utrecht worden vooral bezocht door atheïstisch denkende mensen. Van enig weerwerk is nauwelijks sprake.

ds. W. Visscher
29 May 2009 08:36Gewijzigd op 14 November 2020 08:01

In de Engelstalige wereld ligt dit anders. Een man als Richard Dawkins wordt duidelijk weersproken. Mensen als Alister McGrath, Richard Swinburne, Alvin Plantinga, Tom Wright en anderen hebben ieder op hun wijze de wetenschappelijke strijd met het atheïsme aangebonden. En niet zonder succes, want er wordt door atheïsten serieus aandacht aan hun verdediging van het geloof in God geschonken.Om maar even te blijven bij de Nederlandse super­atheïst Philipse: hij besteedde verschillende avonden aan de redeneringen van Swinburne en voorzag zijn boeken van kritisch, atheïstisch commentaar. Je zou deze twee mannen live met elkaar in debat willen zien.

Nederlandse Keller

In Engeland worden regelmatig dergelijke debatten gehouden, maar in Nederland hoor je er eigenlijk weinig van. En dat is opmerkelijk want er zullen toch echt wel orthodoxe christenen zijn die op dit terrein iets te zeggen hebben. Waar blijft de Nederlandse variant van Tim Keller?

De situatie in Nederland begint trouwens best alarmerend te worden. Ongeveer 16 procent van de Nederlanders is overtuigd atheïst en iemand als minister Plasterk laat ook niet na om dit concreet uit te dragen in bijvoorbeeld het onderwijsbeleid. We kunnen er regelmatig over lezen in de krant. Toch hoor je in het publieke debat weinig van orthodoxe christenen. Hoe komt dat?

Het Commentaar in deze krant wees op een tweetal elementen die hierbij van belang zijn. In de eerste plaats vergt het diepgaande studie om overtuigde atheïsten te weerleggen. Rationele argumenten zijn soms niet gemakkelijk van tafel te vegen. Daarnaast is, aldus het Commentaar, ook de taal van belang. Het zal nodig zijn om in de confrontatie een duidelijke en voor ieder toegankelijke taal te gebruiken. En ook dat is geen sinecure. De taal van de Statenbijbel is helaas voor veel medelanders volstrekt ontoegankelijk geworden. In die taal zul je dus de confrontatie niet moeten aangaan. Tot zover het Commentaar.

Er is echter nog een ander element. En wellicht is dat nog wel het lastigst.

Het vergt ook moed om met atheïsten in discussie te gaan. In de eerste plaats is er moed voor nodig om tegen een heersende opvatting in te gaan. Iemand als Philipse heeft al snel de lachers op zijn hand als hij wat spottend en lacherig doet over Bijbelse zaken zoals de lichamelijke opstanding van Christus uit de doden. Daar moet een verdediger wel tegen kunnen.

Wat dat betreft heb ik altijd bewondering voor mensen als L. P. Dorenbos, die met zijn stichting Schreeuw om Leven, in weerwil van allerlei smaad en hoon, het publieke debat niet schuwt. Mutatis mutandis geldt dat ook voor bijvoorbeeld de bijdrage van Andries Knevel in de Volkskrant over de opstanding van Christus uit de doden. Klip en klaar maakte hij daarin onlangs met rationele argumenten duidelijk dat de Heere Jezus waarlijk lichamelijk is opgestaan. Een heel goede bijdrage, voor een zeer breed publiek. Je hoeft het echt niet altijd met Knevel eens te zijn om waardering te hebben voor dergelijke bijdragen. En zo zijn er meer.

Eigen kring

Toch is er ook op een andere manier moed nodig om de confrontatie met anders­denkenden aan te gaan. Ook in eigen kring wringt soms de schoen. Niet altijd is er instemming als iemand het brede maatschappelijke discours betreedt om daar een eerlijk Bijbels geluid te laten horen.

Laat ik dat toelichten met een voorbeeld. Onlangs was ik op een bijeenkomst waar iemand op een voortreffelijke wijze aan seculiere mensen de betekenis van het christelijk geloof duidelijk maakte. Hij deed dat in heldere taal en met goede voorbeelden. Hij maakte echter wel gebruik van de Nieuwe Bijbelvertaling. Mag dat? Er zijn belangrijke bezwaren tegen deze vertaling. Dat neemt echter niet weg dat je er in sommige situaties heel zinnig gebruik van kunt maken. Bijvoorbeeld in de strijd tegen het atheïsme.

Geen veroordeling

Het is echter jammer dat iemand soms om die reden reeds verdacht is. En in dergelijke situaties, die gemakkelijk met veel andere voorbeelden zijn uit te breiden, vergt het moed om toch een bijdrage te leveren.

Wellicht kunnen we elkaar helpen door niet onmiddellijk een veroor­deling klaar te hebben in reactie op een bepaalde opstelling die aan een context is gerelateerd. Kortom, er is in de strijd der geesten nog een hele weg te gaan.

De auteur is predikant van de gereformeerde gemeente in Amersfoort. Reageren aan scribent? goedbekeken@refdag.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer