Kamer: Vredesmacht zwaar bewapenen
Terwijl minister De Grave (Defensie) een beleefdheidsbezoek brengt aan China, bereidt de Tweede Kamer in samenwerking met minister Van Aartsen (Buitenlandse Zaken) de uitzending van militairen ten behoeve van de vredesmacht in Afghanistan voor. De Kamer eist dat de Nederlandse manschappen zwaarbewapend zijn, zo bleek gisteren tijdens een overleg.
Nederland neemt vrijdag deel aan een conferentie van landen die belangstelling hebben om een bijdrage te leveren aan de vredesmacht. De Britten, die een leidende rol gaan spelen, hebben de Nederlandse regering daarvoor woensdag uitgenodigd. Tijdens de conferentie zal worden afgestemd welke bijdrage de verschillende bondgenoten gaan leveren.
Duidelijk is al dat zowel het Verenigd Koninkrijk als Duitsland flink zal uitpakken. Waarschijnlijk doen ook Frankrijk en Italië mee. Nederland kan meeliften met de Duitsers. De Duitse regering heeft in Den Haag al een verzoek neergelegd om eenheden van de landmacht te laten deelnemen. De voorbereidingsconferentie, die in Londen wordt gehouden, loopt parallel met een vergadering van de VN-Veiligheidsraad in New York, waarin wordt besloten of, en zo ja met welk mandaat er een vredesmacht moet komen.
Het kabinet ziet het liefst dat het mandaat voor een internationale veiligheidsmacht in Afghanistan zo robuust mogelijk uitvalt, zei minister Van Aartsen woensdag in de Tweede Kamer. De inzet van de vredesmacht zou dan ook moeten zijn gebaseerd op hoofdstuk zeven van het verdrag van de Verenigde Naties. Daar gaat het niet over operaties die slechts voor vredeshandhaving (”peace keeping”) zijn bedoeld, maar om operaties die ook vredesafdwinging (”peace enforcing”) mogelijk maken. Het gebruik van geweld is in zo’n geval zeker niet uitgesloten.
Van Aartsen typeerde het optreden van een vredesmacht in Afghanistan als een buitengewoon moeilijke en ook risicovolle operatie. „Het wordt bar, het is moeilijk, het is ingewikkeld. Daar moeten de landen die meedoen met de veiligheidsmacht zich op voorbereiden. Zwaarbewapende eenheden zijn nodig.” Volgens de bewindsman is het de bedoeling dat de vredesmacht, als „internationale bodyguard” al op 22 december aantreedt ter bescherming van de interim-regering van Afghanistan. De vredesmacht zal waarschijnlijk twee jaar in Afghanistan blijven.
Zware wapens
De Tweede Kamer staat in beginsel positief tegenover een eventuele Nederlandse bijdrage aan de vredesmacht, zo bleek gisteren tijdens het overleg. Wel stelt de Kamer als voorwaarde dat de manschappen zwaarbewapend moeten zijn. Ook generaal buiten dienst Van Kappen waarschuwde gisteren dat het gevaarlijk is de militairen lichte wapens mee te geven.
De VVD wacht met haar eindoordeel totdat dergelijke vragen duidelijk zijn beantwoord. „Het is zeker geen nee, maar ook nog geen ja,” zei het VVD-kamerlid Weisglas. GroenLinks noemde het „heel goed” dat het kabinet nadenkt over deelname, de SP noemde het zinvol. Ook PvdA, CDA en D66 staan er positief tegenover.
ChristenUnie-kamerlid Van Middelkoop zei dat Nederland wel „iets goed te maken heeft bij de Verenigde Staten”, waarmee hij doelde op de discussie over het Nederlands aanbod van F-16’s dat gedaan zou zijn met het voorbehoud dat de F-16’s niet mochten worden ingezet voor gevechtshandelingen. De SGP-fractie is niet zo enthousiast over Nederlandse deelname aan de vredesmacht. Kamerlid Van den Berg vroeg zich af of het niet aan landen uit de regio, zoals Turkije, zou moeten worden overgelaten. Bovendien speelt volgens hem de vraag of de krijgsmacht niet al te zwaar belast is. Beide argumenten speelden ook toen de SGP een jaar geleden tegen de uitzending van Nederlanders naar Ethiopië en Eritrea stemde.
China
Minister De Grave moest de reacties in de Tweede Kamer via de telefoon vernemen. Hij verblijft tot zondag in China. Op het ministerie van Defensie is sprake van grote onrust nu minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken zich bezighoudt met het aanbieden van Nederlandse militairen, terwijl De Grave op grote afstand zit. Vanwege het bezoek van de De Grave kan het kabinet ook pas begin volgende week over een eventuele uitzending vergaderen.