Op dinsdag schaft de pot bonen
Al twintig jaar organiseert een groep vrijwilligers interkerkelijke gezinskampen. Vanwege dat jubileum wordt zaterdag in Gouda een reünie belegd. De dag biedt oudgedienden en jongeren bezinning en ontspanning – een mix waar de kampen groot mee werden. Al hadden de initiatiefnemers dat niet voorzien.
„Onze zomerkampen zijn misschien zelfs saai te noemen”, zegt stuurgroeplid Cees van Breugel, „als je bedenkt dat er al die tijd nauwelijks iets veranderd is. In de vijftien jaren dat ik erbij betrokken was, stonden er altijd op dinsdagmiddag hamburgers en boontjes op tafel. Ook de structuur –zeven uur uit bed, kwart voor acht ontbijt, negen uur stille tijd, halftien Bijbelstudie– bleef hetzelfde.”De formule, destijds bedacht door enkele gezinnen uit Middelburg, trok in de afgelopen decennia honderden vakantiegangers naar de kamplocaties in Stevensbeek, Someren en St. Michielsgestel. De gezamenlijke vakantie van de Zeeuwse gezinnen transformeerde in vijf jaar tijd naar twee gezinskampen met in totaal 300 deelnemers. Publiciteit is nooit gezocht, geeft Van Breugel aan. Mond-tot-mondreclame zorgde voor bekendheid.
Op het hoogtepunt, eind jaren negentig, namen 800 mensen deel aan de gezinskampen. Dit jaar slaat de organisatie voor het eerst haar bivak op in het buitenland. In Zuid-Frankrijk gaat eind juli het eerste kampeerkamp van start.
Bezinning
De ochtenden in de kampweek staan in het teken van bezinning. Volwassenen doen Bijbelstudie, kinderen en jongeren draaien mee in speciale programma’s. Van Breugel: „Tijdens die ochtenden is het heel stil in het kamp. Uit de bossen hoor je soms psalmgezang komen.”
Een gezamenlijke maaltijd sluit de morgen af, ’s middags staan er niet verplichte activiteiten op het programma. „Die verlopen toch anders dan wanneer je ’s morgens hebt uitgeslapen”, is de ervaring van het stuurgroeplid. „Je hebt elkaar in het hart gekeken. Het hele kamp is ingebed in bezinning, waardoor mensen tussen de bedrijven door veel gesprekken voeren. Ik kan ervan genieten als ik twee jongeren op een grasveld zie zitten, verdiept in een gesprek, met tussen hen in een opengeslagen Bijbeltje. Dat is gewoon tijdens een kamp. God heeft de kampen gezegend. Er zijn mensen tot verandering gekomen. Dat laat zien dat God werkt. Hij doet dat in de kerk en ook tijdens de gezinskampen.”
Gele bundel
Van Breugel typeert de doorsnee kampbezoeker als iemand die gericht is op ontmoeting, het leuk vindt om in een groep te functioneren en houdt van diepgaande gesprekken. „Overigens zijn er ook mensen die zich na de Bijbelstudie terugtrekken op hun kamer of alleen gaan fietsen. Die vrijheid is er.”
De stuurgroep waartoe hij behoort, coördineert zaken als de reservering van de kampoorden, de financiën en het thema van de Bijbelstudie. Elk kamp heeft een eigen staf die zorg draagt voor de bezinning, het corvee en de medewerkers. Het materiaal dat voor de bezinning wordt gebruikt, is van eigen makelij, evenals de „bekende” gele zangbundel.
Tijdens de reünie, zaterdag, presenteert de stuurgroep een nieuw exemplaar: een bundel met een nieuwe lay-out en geredigeerde muziek. De inhoud bleef hetzelfde. „Met veel psalmen, omdat we dat belangrijk vinden, en Bijbels verantwoorde liederen.”
In de loop van de jaren zijn er volgens Van Breugel duizenden exemplaren verkocht. Onder meer aan scholen en jeugdverenigingen. Vanwege de werkdruk is recent besloten om de uitgave in handen te geven van uitgeverij Boekencentrum.
Vooral „de momenten waarop de Heilige Geest beslag legde op de harten”, blijven hem bij van de zomerkampen. „Die zijn er best vaak geweest. Tijdens gesprekken in de schaduw van een boom, één op één of bij een avondsluiting. Nu gebeurt er wat, ging het dan door je heen. Dat waren gouden momenten.”