Het gaat om JDL-leider Irving David Rubin en Earl Leslie Krugel. Rubin en Krugel vroegen een van de leden van de JDL om mee te doen bij het opblazen van de moskee en van het kantoor van Darrell Issa, een Republikeins lid van het Huis van Afgevaardigden, die van Libanese afkomst is. De derde man stemde toe, maar informeerde tegelijkertijd de FBI. Die vroeg hem om aan de voorbereidingen van de aanslag mee te werken. Tegelijkertijd nam de informant verschillende gesprekken op met Rubin en Krugel.

In een van deze opgenomen gesprekken zegt Rubin dat er „op Palestijnen gejaagd moet worden." Krugel beschouwde de geplande aanslagen als „een waarschuwing voor de moslimgemeenschap." Toen de beide doelen voor de aanslagen waren vastgesteld, greep de FBI in. Bij huiszoekingen bij beide verdachten thuis werden explosieven gevonden plus bommateriaal en vuurwapens, waarvan sommige geladen waren. Rubin en Krugel lopen kans op dertig jaar gevangenisstraf wanneer zij schuldig worden bevonden aan samenzwering en verboden wapenbezit.

Doelwit
Rubin heeft in de jaren '80 al terechtgestaan voor de moord op een lid van een Arabisch-Amerikaanse organisatie. Hij werd toen wegens gebrek aan bewijs vrijgesproken.

Darrell Issa was verbaasd dat zijn kantoor was uitgekozen als tweede doelwit van de aanslag. Hij heeft zich in het verleden wel opgeworpen als verdediger van Amerikanen van Arabische afkomst, maar hij heeft ook herhaaldelijk Arabische regeringen gemaand om een eind te maken aan het terrorisme. Ook de septemberaanslagen in New York en Washington heeft hij nadrukkelijk veroordeeld.