Onder de preekstoel schuilen voor de bezetter
Met gevaar voor eigen leven hielden Gezinus Beens en zijn vrouw Grietje verschillende onderduikers uit handen van de Duitse bezetter. Hun inzet voor Joodse medeburgers en verzetsstrijders tijdens de Tweede Wereldoorlog werd dinsdag postuum bekroond met de Yad Vashem-medaille.
Dochter Femmy Timmer-Beens ontving de hoogste Israëlische onderscheiding uit handen van de cultureel attaché van de Israëlische ambassade. De plechtigheid had plaats in de synagoge van Bourtange.Het Yad Vashem Instituut noemde de familie Beens „diepgelovige mensen, die zich uit overtuiging voor hun medemens hebben ingezet.”
Beens, slager van beroep en hulpkoster van de Gereformeerde Kerk in het Drentse Gasselternijveen, ving samen met zijn vrouw verschillende onderduikers op. Dochter Femmy: „Op 13 mei 1943 kwamen de eerste onderduikers. Neef Pieter Beens, die actief was in het verzet, en Jack de Lange, een Joodse jongen. Later kwam ook Wiebrand Stuive erbij.”
De familie Beens woonde naast de kerk. Bij onverwachte huiszoekingen of razzia’s in het dorp konden de onderduikers zich onder de preekstoel verschuilen.
Met de Yad Vashemmedaille eert de staat Israël mensen die zelf niet-Joods zijn en die met inzet van hun eigen leven tijdens de Holocaust Joodse medeburgers probeerden te redden.