Woord & Dienst / De Wekker
Woord & Dienst
Onder leiding van missioloog prof. dr. J. A. B. Jongeneel haalden 41 promovendi de eindstreep. „En elke dissertatie heeft iets nieuws”, zegt hij in een interview in Woord & Dienst (opiniërend magazine voor de Protestantse Kerk in Nederland). „Maar wereldschokkend? De meeste niet, een of twee misschien.”„Een promovendus hield zich bezig met hindoes in Chennai, India, die aan de ene kant volop hindoe zijn en tegelijkertijd Jezus Christus aanvaarden. Niet als de zoveelste goeroe, maar als hun Heer en Heiland. Tegelijkertijd willen ze zich niet laten dopen of bij de kerk horen. Het is voor het hindoeïsme een uitdaging dat er in eigen huis mensen zijn die feitelijk christen zijn. Het promotieonderzoek bewees dat deze groep van circa driehonderd mensen bestaat. Dat is opzienbarend. Jozef Strengholt promoveerde met zijn dikke pil ”Gospel in the air” op christelijke radiozenders in de Arabische landen. Daarover kunnen moslims in het Midden-Oosten hun wenkbrauwen fronsen. Bij de mensen achter deze radiostations leefde angst: lopen onze licenties geen gevaar als we dit op papier gaan zetten, maken we geen slapende honden wakker?”
Missiologen staan in de frontlinie als het gaat om de opkomst van de islam.
„Ik woonde en werkte negen jaar lang in Indonesië en zag daar al dat er binnen de islam diverse stromingen zijn. Ik werd met mijn neus op het feit gedrukt dat de wereld van de islam pluraal is, met tolerante en fanatieke stromingen. Helaas is het thema van de ontmoeting met andere godsdiensten en culturen na de sluiting van het Zendingshuis in Oegstgeest binnen de PKN een veel geringere rol gaan spelen, terwijl de uitdaging juist groter is. De religieuze kaart van Nederland veranderde ingrijpend. In elk gat vind je alle godsdiensten. Er zijn geen gesloten gebieden meer, overal leven verschillende godsdiensten naast elkaar. Zelfs protestantse enclaves zullen moeten capituleren. Ik ben geboren in Kockengen, echt een dorp. Maar mijn moeder kreeg een moslim als buurman. Ging zijn heil haar ter harte, dan moest zij hem vertellen dat hij zich moest bekeren tot Jezus Christus. Dat heeft ze hem ook gezegd. Hij heeft het niet gedaan, maar nadat mijn moeder overleden was, bracht hij regelmatig bloemen naar haar graf.” (…)
De vraag geldt ook voor uzelf: Waarom bent u christen, en geen moslim of hindoe?
„Het christendom bezit een enorme rijkdom. Ten eerste het dubbele liefdesgebod, God liefhebben en je naaste, uit de joodse en christelijke traditie. Dat is nergens anders te vinden. Het Nieuwe Testament spreekt zelfs over het liefhebben van je vijand. Is dat op te brengen? Ja, er zijn tientallen voorbeelden van mensen die dat opbrachten, tot in de concentratiekampen.
Ten tweede: de vergevingsgezindheid. Jezus zegt aan het kruis: „Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen.” Dit diepste niveau van vergeven, van mensen die jou iets hebben aangedaan, is uniek en bezit een kracht die ver uitgaat boven de burgerlijke moraal en wat mensen kunnen bedenken.
Het christelijk geloof bevat in zijn essentie een rijkdom die uniek is, die buiten het christendom niet te vinden is en overstijgt wat in andere godsdiensten aanwezig is. Wij kunnen leven vanuit die grote rijkdom, maar zijn wij ons dat wel bewust? Daarover moet het in de gemeente gaan. Wij moeten weer weten waarom wij christen zijn. Pas wanneer wij innerlijk overtuigd zijn, kunnen wij getuigenis geven en missionair zijn. De veranderende omstandigheden om ons heen dwingen ons om dieper op ons geloof in te gaan. Er is één God, één Jezus Christus en daar heb je voor te buigen.”
De Wekker
In de opvoeding is beteugeling nodig, schrijft ds. H. K. Sok in De Wekker (orgaan van de Christelijke Gereformeerde Kerken). „Het is onbarmhartig om ten opzichte van kinderen de teugels los te laten.”
„Met het Woord van God als uitgangspunt zeg ik met overtuiging dat er van beteugeling in de opvoeding sprake moet zijn. Dat kan niet anders. Immers, een mens slaat van huis uit dwaalwegen in. Als je het mensbeeld dat de Bijbel schetst serieus neemt dan moet je daar wel van uitgaan. Net zoals een aangespannen paard niet teugelloos kan overleven in de wereld van vandaag, zo is het ook met onze kinderen. En aangezien ons kind het meest waardevolle geschenk is dat God ons heeft toevertrouwd, hebben we dat in te zien. Het is onbarmhartig om ten opzichte van hen de teugels los te laten of uit handen te geven. Teugelloos zal, tenzij God het verhoedt, een kind verongelukken in de diepste zin van het woord!
De grote vraag is of we dit vandaag nog voldoende in de gaten hebben. Ik neem waar dat er op dit punt een grote verlegenheid is bij veel opvoeders. Er bestaat vrees voor het in handen nemen van de teugels. Ook bij veel opvoeders die kerkelijk betrokken zijn. Ik maak me soms echt grote zorgen over bepaalde praktijken in dit opzicht. Het lijkt zo te zijn dat veel ouders geen richting meer weten te kiezen voor hun kinderen en daarom hen zelf laten kiezen. In veel gevallen worden dan verkeerde en gevaarlijke keuzes gemaakt. Onze kinderen verkeren dan in grote gevaren. Dus, beteugeling is noodzakelijk. Laten we dan onze verantwoordelijkheid mogen verstaan en in afhankelijkheid van de Heere de teugels mogen oppakken. (…)
Daarom, ouders van 2009, versta uw verantwoordelijkheid en neem de teugels in handen met het oog op het leiden van uw kind(eren) tot…, ja tot Jezus!”