Sjevardnadze zei dat zijn regering de Amerikaanse regering heeft ingelicht dat sommige medewerkers van het Instituut voor Natuurkunde en Techniek in Soechoemi naar Iran zijn verhuisd. Ook enkele gepensioneerde ingenieurs van de vliegtuigfabriek van Tbilisi zijn in Iran, om gevechtsvliegtuigen op te knappen die in het begin van de jaren negentig aan dat land zijn geleverd. Sjevardnadze zei dat zijn regering daar weinig tegen kan uitrichten, omdat de Georgische specialisten als privé-personen in Iran werken. Hij zei tegemoet te willen komen aan de „gewettigde zorgen van de Amerikanen”, zonder de betrekkingen met Iran om zeep te helpen.

De Amerikaanse regering verdenkt Iran ervan kernwapens te willen ontwikkelen. Inspecteurs van het Internationaal Agentschap voor Atoomenergie zijn verontrust over de verdwijning van verrijkt uranium uit het instituut in Soechoemi, nadat Abchazische separatisten er in 1993 de Georgische regeringsstrijdkrachten hadden verdreven. De schattingen over de verdwenen hoeveelheid variëren van 655 gram tot 2 kilogram. De Georgische autoriteiten kunnen niet achterhalen of het uranium bij kwaadwillenden terecht is gekomen.

Experts menen dat de apparatuur en knowhow van het instituut in Soechoemi elk land van pas kan komen dat een kernmogendheid wil worden. In de jaren negentig hielpen uit Soechoemi gevluchte geleerden Oekraïne bij het ontwikkelen van technieken om uranium door middel van centrifugeren te verrijken.