Drie kwesties bij de CGB
Wie zich ongelijk behandeld voelt, kan een verzoek om een oordeel indienen bij de Commissie Gelijke Behandeling (CGB). Die oordeelt of de Algemene wet gelijke behandeling (AWGB) is overtreden. De CGB heeft zich inmiddels enkele keren over de positie van de homoseksuele leraar in het christelijk onderwijs gebogen.
Wartburg College (1996) Een door het Rotterdamse Wartburg College afgewezen sollicitant stapt in 1996 naar de Commissie Gelijke Behandeling.
De sollicitant, afkomstig uit de Gereformeerde Gemeenten, krijgt tijdens het sollicitatiegesprek voor een functie als docent aardrijkskunde/geschiedenis een formulier voorgelegd waarin hij zijn instemming moet betuigen met de grondslag en het doel van de school.
De sollicitant weigert dat te ondertekenen, met name vanwege een passage over buitenhuwelijkse samenlevingsvormen. Hij dient vervolgens een klacht in bij de commissie.
De commissie komt echter niet tot een feitelijke beoordeling waartoe de onderschrijving van de grondslag precies strekt, omdat in het sollicitatiegesprek de leefwijze van de sollicitant niet aan de orde is geweest.
De Rank (1999)
Het afdelingsbestuur van de protestants-christelijke basisschool De Rank in Westzaan wil in 1997 niet met een sollicitant voor de functie van groepsleerkracht spreken, nadat bekend wordt dat de man homoseksueel is en met een andere man samenwoont.
Het overkoepelende bestuur van de schoolvereniging zet hierop het afdelingsbestuur af. Het naar huis gestuurde bestuur stapt naar de CGB. Dat krijgt echter geen gelijk van de commissie, omdat het bestuur er ten onrechte van is uitgegaan dat het de betrokken sollicitant zou kunnen weigeren.
In haar uitspraak wijst de commissie er nog wel op dat de zaak anders had gelegen als een sollicitant zich zodanig gedraagt dat hij of zij de grondslag van de school in feite verwerpt.
De Passie (2007)
Het Meldpunt Discriminatie Amsterdam stapt naar de CGB, omdat de evangelische scholengemeenschap de Passie in Amsterdam in een scholengids van Het Parool heeft verklaard dat homoseksualiteit niet strookt met de uitgangspunten van de school: „Openlijk homoseksuele leerkrachten zult u hier niet aantreffen.”
Volgens de commissie maakt de school verboden onderscheid en kan hij zich niet beroepen op de vrijheid van onderwijs.
Het op voorhand in twijfel trekken van de geschiktheid van een (potentiële) medewerker vanwege het enkele feit van zijn openlijke homoseksuele gerichtheid is in strijd met de AWGB.