Europees plan voor internet mag niet stranden
Een ambitieus Europees plan voor hervormingsmaatregelen met betrekking tot internet dreigt te stranden, signaleert Joshua Livestro. Er moet snel een compromis komen, want de Europese economie is gebaat bij een snelle invoering.
Een van de populairste misvattingen over het Europees Parlement is dat het alleen maar over onbeduidende zaken mag besluiten. Niets is minder waar. Zie bijvoorbeeld het alomvattende pakket maatregelen op het gebied van telecomwetgeving dat begin deze maand in stemming werd gebracht.De afgelopen twee jaar is er hard gewerkt aan de samenstelling van een ambitieus pakket van hervormingsmaatregelen dat alle belangrijke wetgevingsvraagstukken met betrekking tot internet behandelt. Van privacy en consumentenvoorlichtingsissues tot regels met betrekking tot de verdeling van radiofrequenties, de creatie van een Europese telecomwaakhond en de introductie van maatregelen ter bevordering van vrije mededinging tussen internetproviders via een ”managed network”-benadering: alles stond erin.
Samen met het recente besluit van de Europese Raad om 1 miljard euro te investeren in de ontwikkeling van een pan-Europees glasvezelnetwerk zou het plan een enorme injectie kunnen geven aan de Europese interneteconomie. Toen het begin deze maand in stemming werd gebracht, stemde het Parlement in met een amendement op het gebied van illegaal downloaden door consumenten. Het gevolg daarvan was dat de onder handbereik liggende alomvattende deal over een groot aantal telecomonderwerpen op de tocht is komen te staan.
Snelwegennet
Voor de Europese economie is dat een tegenvaller van jewelste. Een recente studie van de London School of Economics en de Information Technology and Information Foundation laat zien dat de gevolgen van deze transitie niet beperkt zouden blijven tot de (verre) toekomst. Zelfs in het hier en nu zouden de gevolgen van de maatregelen aanzienlijk zijn. Alleen al in het Verenigd Koninkrijk zou de eerste golf van investeringen in een glasvezelnetwerk 750.000 mensen aan het werk helpen of houden. Voor het hele EU-gebied zou de werkgelegenheidswinst waarschijnlijk enkele miljoenen banen bedragen.
Niet voor niets vergeleek staatssecretaris Heemskerk van Buitenlandse Handel onlangs in een toespraak in Almere het effect van de bouw van een technische en juridische infrastructuur voor de interneteconomie met de economische gevolgen van de aanleg van het snelwegennet in de jaren vijftig. Destijds leidde toenemende mobiliteit tot een enorme groei van de arbeidsproductiviteit. „Voor een hefboomeffect dat vergelijkbaar is met dat in de jaren vijftig”, zo stelde hij, „moeten we investeren in de digitale snelweg van de toekomst. Want die ontsluit een wereld aan nieuwe virtuele mogelijkheden. Van ”grid computing” tot teleconferenties, van digitale archieven tot virtuele laboratoria.”
Bovengenoemde cijfers zouden de Europese instellingen ertoe moeten aanzetten om op de kortst mogelijke termijn met een compromisvoorstel te komen. Wat immers vermeden moet worden, is dat het dossier na de verkiezingen in juni op de lange baan belandt omdat het nieuwe Parlement er geen ruimte in de agenda voor kan vinden.
Laatste horde
Het zou op zich niet al te moeilijk moeten zijn om een uitweg uit de impasse te vinden. Er was zowel in het Parlement als in de Raad overweldigende steun voor de hoofdlijnen van het pakket. Het rapport over de universele dienstverleningsrichtlijn en het rapport over de instelling van een nieuw orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie werden beide zonder belangrijke wijzigingen aangenomen. Over beide hoeft dus niet opnieuw te worden onderhandeld. Het enige probleem dat moet worden opgelost, is het onderwerp van illegaal downloaden, een dossier dat ook los van de andere voorstellen besproken kan worden.
Het valt te hopen dat de drie Europese instituties deze laatste horde snel nemen. De Europese economie is gebaat bij een zo snel mogelijke adoptie van het hele telecompakket. Het zou een enorme stimulans betekenen voor de ontwikkeling van een pan-Europees glasvezelnetwerk, en daarmee ook voor internetondernemerschap. De kwakkelende Europese economie zou zo’n opsteker prima kunnen gebruiken.
De auteur is buitenlandcolumnist bij De Telegraaf en hoofdredacteur van www.dagelijksestandaard.nl.