Opinie

Gedrag en geest

Een nieuwe behandelmethode rukt op in de geestelijke gezondheidszorg. Deze neemt meditatietechnieken uit het boeddhisme over en vertaalt ze naar behandelprotocollen voor psychische stoornissen. De methode heet mindfulness.

Burggraaf M
20 May 2009 09:12Gewijzigd op 14 November 2020 07:57

Het tijdschrift Psyche & Geloof (jaargang 13, nr. 3) besteedt aandacht aan de methode, die in de vorm van een achtweekse training wordt aangeboden. In de training leert men door middel van verschillende soorten meditatie zich anders te verhouden tot eigen gedachten.Joke Hellemans schrijft over de herkomst en de betekenis van het begrip mindfulness onder de titel ”Mindfulness, cognitieve psychologie en religie”. Mindfulness betekent doelbewust aandacht geven, geconcentreerde opmerkzaamheid. Het is de aandachtskwaliteit die opmerkt zonder te kiezen, zonder voorkeur; een keuzeloos gewaarzijn dat, net als de zon, zijn licht op alles even sterk laat schijnen. Dit soort oplettendheid leidt tot een groter bewustzijn en aanvaarding van de werkelijkheid van dit moment.

Men heeft het beoefenen van mindfulness wel het hart van de boeddhistische meditatie genoemd. De schrijver en behandelaar stelt dat mindfulness zijn kracht ontleent aan de praktische toepassingsmogelijkheden. Je hoeft er geen boeddhist voor te zijn, want mindfulness is niets meer of minder dan een praktisch middel om je verbondenheid met de volheid van je wezen te versterken door een systematisch proces van zelfwaarneming, zelf­onderzoek en aandachtig handelen, schrijft zij.

De training blijkt aan te slaan bij mensen die psychisch lijden. Door de geest te trainen door meditatie ontstaat er meer distantie ten opzichte van negatieve emoties. De heftigheid van die emoties verdwijnt hierdoor.

De training heeft overeenkomsten met en is vaak opgenomen in een andere veelgebruikte methode in de behandeling van psychisch lijden, de cognitieve gedragstherapie.

Beide methoden streven ernaar de realiteit te zien zoals zij is, zo helder mogelijk. Er is wel een belangrijk verschil. Mindfulness benadert de mens vanuit een houding van acceptatie: je bent goed zoals je bent. Bij de cognitieve therapie is er meer een houding van: er is iets mis met je, en je hebt hier hulp bij nodig. Joke Hellemans ziet geen bezwaar om deze mindfulnesstraining ook als christen te gebruiken.

Ook in Psyche & Geloof (13e jaargang, nr. 3) geeft Bastiaan Visser uiting aan zijn verbazing dat deze nieuwe methode al zo’n prominente plaats inneemt in de algemeen aanvaarde cognitieve gedragstherapie. Dit terwijl er nog zo weinig empirische en theoretische onderbouwing is. Hij schrijft onder de kop ”Mindfulness en Kawwana”; over spiritualiteit binnen de derde generatie gedragstherapieën.

Visser constateert dat er binnen de cognitieve gedragstherapie sprake is van een toenemende belangstelling voor spiritualiteit. In de laatste ontwikkelingen wordt de nadruk gelegd op het aanvaarden van klachten en het leiden van een betekenisvol leven, en niet zozeer op het bestrijden van de klachten. Spiritualiteit, met name in de vorm van boeddhistische meditatie, speelt hierbij een belangrijke ondersteunende rol. Er is aandacht voor religie, omdat de bijbehorende spiritualiteit een belangrijke rol kan spelen in het scheppen van afstand tot de belemmerende klachten en in het leren aanvaarden ervan.

Hij vraagt zich af of deze ontwikkeling ook kansen biedt voor het inzetten van de spiritualiteit van christelijke cliënten. Zijn antwoord is aarzelend bevestigend, omdat het de vraag is in hoeverre christelijke spiritualiteit methodisch te gebruiken is in een psychotherapeutische setting, zonder de gerichtheid op God geweld aan te doen. Hulpverlening en pastoraat zijn immers verschillend. De pastor stelt de mens voor Gods aangezicht, terwijl de psychotherapeut de mens in relatie met zichzelf brengt. Kan het onderscheid tussen hulpverlening en pastoraat overbrugd worden binnen een benadering waarin de mens voor het aangezicht van God in relatie tot zichzelf gebracht wordt?

Reinoud de Jong geeft in Psychologie Magazine (mei 2009) vijf redenen waarom we de wereld zo verschillend ervaren en dezelfde verschijnselen door verschillende mensen verschillend worden waargenomen. In de geestelijke gezondheidszorg en bij behandelmethoden van psychisch lijden kent elke behandelaar dit verschijnsel. Maar ook in het gewone leven valt op dat verschillende mensen eenzelfde fenomeen verschillend waarnemen.

De Jongh vat de verklaring als volgt samen: Kennis, taal, ervaring, genen en motivatie zijn de factoren die onze waarneming kleuren. Onze kennis bepaalt wat we zien. Wat we zien, hangt af van onze taal. Onze ervaring bepaalt wat we zien. Wat we zien hangt af van onze genen. We zien wat we willen zien (niet alleen zien we wat we denken en verwachten te zien; we zien ook wat we willen zien).

Het is van belang om deze algemeen psychologische gezichtspunten ook te betrekken bij de beoordeling van methoden ter verlichting van psychisch lijden.

Drs. M. Burggraaf is voormalig voorzitter van het college van bestuur van de Christelijke Hogeschool Ede. Reageren aan scribent? focus@refdag.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer