Economie

„Brochure is bangmakerij”

Met het overgrote deel van het verkochte speelgoed in Nederland is niets mis, stelt de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA). Toch maakt de Europese Commissie in juni de richtlijnen voor speelgoed strenger. Vooral het gebruik van chemische stoffen zal aan nog zwaardere eisen moeten voldoen.

Gisette van Dalen-Heemskerk
19 May 2009 11:20Gewijzigd op 14 November 2020 07:57

Met name grote fabrikanten hebben hun zaken goed op orde, zegt Jeanine Lagendijk, productmanager speelgoed bij de VWA. „Zij hebben een naam hoog te houden.”Producenten hebben geleerd van de problemen waarmee speelgoedfabrikant Mattel in 2007 te kampen kreeg, Het concern moest in augustus van dat jaar miljoenen stuks Chinees speelgoed van de markt halen vanwege een te hoog loodgehalte.

Enkele maanden later was het opnieuw raak. Dit keer braken kleine deeltjes van speelgoed af, waardoor jonge kinderen zouden kunnen stikken. „Deze gebeurtenissen hadden veel impact op de sector. Fabrikanten controleren sindsdien beter wat er tijdens het productieproces gebeurt.”

Voor consumenten blijft met name het gebruik van chemische stoffen ondoorzichtig. „Risicofactoren op dat gebied kunnen kopers niet zien. Toch zijn wij van mening dat het grootste deel van het aanbod op de markt prima aan de veiligheidseisen voldoet.”

Medewerkers van VWA nemen steekproeven bij producten waarvan ze op voorhand het idee hebben dat er iets mis mee zou kunnen zijn. „In 15 tot 20 procent van de gevallen komt dat vermoeden uit. Vaak betreft het dan speelgoed met kleine onderdeeltjes van goedkopere makelij. Kopers kunnen beter voor kwaliteit gaan.”

Dat laatste is ook het advies van Miesje van Rijn, secretaris van de Ornes (Organisatie van Nederlandse Speelgoedleveranciers). „Koop geen goedkope rommel, bijvoorbeeld op een markt. De kans is groter dat de consument daar tegen een partij aanloopt die niet deugt. In de reguliere speelgoedzaak lopen kopers nauwelijks risico.”

De brochure van WECF bestempelt Van Rijn als „bangmakerij.” De richtlijnen voor het produceren van speelgoed zijn, zegt de secretaris, niet kinderachtig. „Omdat speelgoed voor een kwetsbare groep wordt gemaakt, moeten de grondstoffen en onderdelen aan tal van eisen voldoen. De fabrikant let bij het ontwerpen goed op eventuele manco’s. Hij schiet er ook niets mee op als zijn product uit de handel moet worden genomen.”

Dat er incidenteel foute artikelen op de markt komen, ontkent Van Rijn niet. „In potjes babyvoeding willen we ook geen glasscherven. Toch komt het wel eens voor. Dat is echter niet de gewone gang van zaken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer