Opinie

Beoordeel school op prestaties leerling na examen

Het examencijfer van veel leerlingen is geflatteerd doordat scholen hun schoolexamens makkelijker maken dan het centraal schriftelijk examen, blijkt uit onderszoek van de onderwijsinspectie. Prof. Jan Bovens stelt daarom voor om scholen af te rekenen op het succes van leerlingen nadat zij de school hebben verlaten.

18 May 2009 10:42Gewijzigd op 14 November 2020 07:56
„Laten we om te beginnen de centraal schriftelijke examens alleen nog maar laten nakijken door externe correctoren.” Foto RD, Sjaak Verboom
„Laten we om te beginnen de centraal schriftelijke examens alleen nog maar laten nakijken door externe correctoren.” Foto RD, Sjaak Verboom

Reeds jaren is het staande praktijk dat middelbare scholen fantastische schoolexamen­resultaten combineren met zeer middelmatige of ronduit slechte centrale schriftelijk eindexamenresultaten. Volgens de Inspectie van het Onderwijs maakt reeds 15 procent van de scholen zich schuldig aan deze praktijk. Vorige week kreeg bijvoorbeeld een hele vwo-klas van een niet nader te noemen middelbare school een 9 voor een Engels schoolexamenonderdeel (het betreft niet het hele schoolexamen waarvoor men een 9 kreeg, maar een onderdeel).Scholen stellen hun schoolexamens zelf samen en hun docent kijkt de resultaten na. Hiermee kan het aantal geslaagden worden gestuurd in de door de school gewenste richting.

Voor het centraal schriftelijk eindexamen ligt dat wat moeilijker, omdat er een externe corrector meekijkt naar de resultaten. Maar zelfs daar wordt gestuurd, zo stelt de onderwijsinspectie jaarlijks met verdriet vast. Omdat de eigen docent het werk eerst nakijkt en dan pas de externe corrector moet de laatste bij vermoede bevoordeling door de eigen docent behoorlijk diep gaan wil het geflatteerde cijfer naar beneden worden bijgesteld.

Binnen het middelbaar beroepsonderwijs is het nog erger, daar kent men geen centraal schriftelijk examen. Het belangrijke doel is daar: voer het aantal diploma’s op.

Afrekening

Nu ziet de onderwijsinspectie dat de examens van een te laag niveau zijn en spreekt zij haar zorg uit. Ik hoor de Tweede Kamer al roepen: Meer inspectie en meer toezicht. Maar is dat wel nodig? De inspectie klaagt al jaren over een tekort aan mensen om de taken uit te voeren. Kunnen we die taak niet verlichten? Ja, dat kan.

We moeten scholen niet langer aanspreken op de maatstaf van het aantal geslaagden. In plaats daarvan kunnen we bij aanvang van de school een nulmeting uitvoeren op basis waarvan we het niveau van de leerlingen­instroom vaststellen. Vervolgens laten we de school beslissen hoe het onderwijsproces in te richten en bij voorkeur het examen zelfstandig te organiseren. Maar dan volgt de afrekening.

Elk cohort dat de school verlaat (met of zonder diploma!) wordt beoordeeld op het succes dat daarna volgt. Leerlingen van het vwo worden beoordeeld op het succes van de leerlingen in het vervolgonderwijs (halen ze als student hun eerste jaar en met welke punten), leerlingen van roc’s en hbo’s worden eveneens bekeken op hun succes. Dat kan zijn in het vervolgonderwijs of bij (het vinden van) de eerste baan en het daarmee verbonden salaris.

Door als maatstaf ”het succes na de opleiding” te nemen, ontnemen we de school de mogelijkheid tot ongeoorloofde sturing. We kunnen afstappen van de slagingseis om in plaats daarvan vast te stellen of de school de kans op succes van de leerling daadwerkelijk heeft beïnvloed. We kunnen een eerlijke meting uitvoeren door scholen onderling te vergelijken op hun succes.

Maar geeft dat geen prikkel om alleen de beste leerlingen aan te nemen? Dat is niet waar. Juist doordat we de kwaliteit van de instroom meten, houden we rekening met niveauverschillen. Scholen kunnen zich zelfs specialiseren op de verbetering van leerlingen met een achterstand. Ze worden immers aangesproken op de prestaties van hun leerlingen gegeven hun achtergrond.

Verder uit de pas

Nu zal onmiddellijke invoering van ”succes na de opleiding” als maatstaf uitblijven. Laten we dan om te beginnen de centraal schriftelijke examens alleen nog maar laten nakijken door externe correctoren. Hiermee kunnen we de belangrijkste perverse mechanismen in één slag verwijderen.

In de eerste plaats kan de docent zijn eigen leerlingen niet meer matsen bij het nakijken van het centraal schriftelijk eindexamen. In de tweede plaats zal het de docent ertoe brengen het schoolexamen strenger na te zien. Het zou immers te opvallend zijn als de uitslagen van het schoolexamen verder uit de pas gingen lopen met het centraal schriftelijk eindexamen. Ook de inspectie hoeft minder werk te doen. Bovenal is het gunstig voor de eindexamenkandidaat. Hij hoeft niet langer bang te zijn met een geflatteerd cijfer het vervolgonderwijs in te gaan in de veronderstelling dat het wel goed zit!

Toezichtsraden en overheid mogen de scholen op basis van het naschoolse succes van de leerling aanspreken! Het is zorgwekkend dat overheid en toezichthouders de scholen nog altijd niet aanspraken op het ongewenste gedrag dat de inspectie jaar op jaar constateert.

De auteur is hoogleraar accounting aan de Universiteit van Tilburg. Dit artikel is overgenomen van MeJudice.nl.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer