De psychologe heeft het vertrouwen in haar beroepsgroep ernstig beschadigd, oordeelde het tuchtcollege. Volgens het college deed de vrouw „zeer vergaande uitspraken", die zij op basis van haar onderzoek „volstrekt niet kon verantwoorden" en die voor de man van haar cliënte „zeer schadelijke gevolgen zouden kunnen hebben".In 2005 kreeg de psychologe een echtpaar in haar praktijk voor een relatietherapie. De vrouw kwam diverse malen op consult, haar man slechts één keer. De vrouw vertelde dat zij mishandeld werd door haar man, waarvan zij later aangifte deed bij de politie. Bij deze aangifte legde de vrouw een rapport van haar psychologe voor, dat de hulpverleenster later toelichtte aan de politie.

De psychologe zei in dit gesprek dat zij „grote zorg had over de echtgenote en haar kinderen". De psychologe zou wel hebben gezegd dat zij de man maar één keer had gezien en dat dit een „onvoldoende basis was voor een diagnose". Zij vond echter dat er een „niet te onderschatten risico" was, waardoor zij het niet kon opbrengen om over de zaak te zwijgen.

In 2006 werd de man opgepakt door de politie. Na zes weken werd hij vrijgelaten. De zaak is nog niet voor de rechter geweest. Het is niet bekend of dat nog zal gebeuren. Wel heeft de echtgenoot de kwestie voorgelegd aan het tuchtcollege.

Na de arrestatie van de man zijn de kinderen bij hun moeder gaan wonen, waar zij nog steeds verblijven.