Rome, Jeruzalem en Mekka
Zijn Rome, Jeruzalem en Mekka ooit zo dicht bij elkaar geweest? Vandaag is een van de hoogtepunten van het bezoek dat de paus brengt aan het Midden-Oosten: de gouden koepel die op elke panoramafoto van Jeruzalem meteen de aandacht trekt.
Dinsdagmorgen trok de kerkvorst uit het Vaticaan zijn schoenen uit voor hij de Rotskoepel betrad. Het bouwwerk boven op de Tempelberg is zowel voor moslims als voor Joden van grote religieuze betekenis. Volgens de islam is dit de plaats waar Abraham zijn zoon offerde, terwijl de Joden menen dat zich hier ooit het heilige der heiligen van de tempel van Salomo bevond. Een historisch moment op een historische plek: niet eerder betrad een paus dit brandpunt van drie religies.Dat dit voor Benedictus spitsroeden lopen is, spreekt voor zich. Anders dan bij zijn bezoek aan een moskee in Jordanië, trok hij in Jeruzalem wel zijn schoenen uit voor hij de Rotskoepel betrad. Ieder die zich de Irakees herinnert die zijn schoen naar president Bush gooide, beseft dat in de oosterse traditie schoenen onrein zijn. Dat geldt kennelijk ook als er pauselijke benen in staan. Maar tegelijkertijd betekent het uittrekken van schoenen voor een paus impliciet een erkenning dat deze plaats voor moslims heilige grond is. Eerder al had de paus aangegeven diep respect te hebben voor de moslimgemeenschap.
Wat de Israëli’s echter vooral in het verkeerde keelgat schoot, is de toespraak die de paus maandag hield bij Yad Vashem, het monument voor de Joodse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Benedictus kon weten dat zijn woorden daarbij gespeld zouden worden, vooral vanwege de recente uitlatingen van de Britse bisschop Williamson. Enkele maanden geleden beweerde die dat er nooit gaskamers in de concentratiekampen zijn geweest. Hoewel de paus daar (opnieuw) afstand van nam, bleef het bij een wat formele, emotieloze toespraak. Dat is een gemiste kans. Juist deze paus had, door zijn Duitse wortels, de harten van zijn gastheren voor zich kunnen winnen. Wanneer hij bijvoorbeeld zijn veroordeling van het antisemitisme kracht had bijgezet door naar nazi-Duitsland te verwijzen, zou hij niet eens moslims voor het hoofd hebben gestoten. Daar komt bij dat de paus ook tegen de haren van de regering-Netanyahu in streek door te pleiten voor een Palestijnse staat naast Israël.
Hoewel het bezoek nog niet is afgerond, lijkt het erop dat Benedictus met deze missie niet de geschiedenis in zal gaan als bruggenbouwer of vredestichter. Weliswaar bad hij de God van Abraham, Izak en Jakob om vrede, vanmorgen bij de Klaagmuur: „Zend Uw vrede over dit heilig land, over het Midden-Oosten.” Maar intussen stegen ballonen op vanuit de oude stad in de kleuren van de Palestijnse vlag.
Als de paus omhoog heeft gekeken in de Rotskoepel, moet zijn oog gevallen zijn op die eeuwenoude inscriptie, waar met een citaat uit de Koran de goddelijke natuur van Jezus geloochend wordt: „Het is niet aan God om een zoon te nemen.” Hoe moeilijk ook, het was beter geweest als hij, zowel daar als bij de Klaagmuur, nadrukkelijk verwezen had naar Jezus Christus, de ware Vredevorst. Ook op dat punt schiet zijn missie tekort.