Op stap met de Noord-Koreaanse Saddam Hussein
Noord-Korea besloot deze week het NPV-verdrag tegen de verspreiding van kernwapens op te zeggen. Daarmee drijft deze dinosaurus onder de socialistische dictaturen zijn conflict met de wereld tot het uiterste. En heeft Washington er in de persoon van Kim Yong Il een Oost-Aziatische Saddam Hussein bij. Wie is deze Kim eigenlijk?
De memoires van Konstantin Pulikovsky, Russische gezant in dienst van president Poetin, konden op geen beter tijdstip gepubliceerd worden. Afgelopen herfst verschenen ze in een 200 pagina’s tellend boek, onder de titel ”Orient Express”. Niet Pulikovsky, maar Kim Yong Il is daarin de hoofdrolspeler. Nu deze Noord-Koreaanse dictator met (zeer waarschijnlijk) al enkele zelfgemaakte kernwapens onder de arm, een lange neus trekt naar de internationale gemeenschap, wordt het tijd voor een nadere kennismaking. Met Pulikovsky’s boek in de hand komen we aardig dicht in de buurt van de (on)mens Kim.
De titel van het boek verwijst naar de treinreis die Kim Yong Il in de zomer van 2001 dwars door Rusland maakte, en waarbij Pulikovsky hem vergezelde. Afgelopen zomer maakte Kim opnieuw zo’n tocht door Rusland (Kim durft niet te vliegen) en weer was Pulikovsky zijn gastheer. Waarschijnlijk was dat voor het laatst, want op basis van het intiem samenzijn met Kim heeft de Rus zijn boek geschreven en gepubliceerd, en dat is hem door de Noord-Koreanen buitengewoon kwalijk genomen.
Uiteraard reisde Kim Yong Il niet per Russische trein. Hij bracht zijn eigen geharnaste trein mee, goed bestand tegen een mogelijke moordaanslag. Voor de Russen moet de loc minder prettige herinneringen hebben opgeroepen, want in 1945 had de brute dictator Stalin hem aan Kim Il Sung -de vader van Kim Yong Il- cadeau gedaan. Overigens was er meer kogelvrij materiaal op Kims trein. De Mercedessen bijvoorbeeld die mee werden vervoerd en gebruikt voor uitstapjes.
Pulikovsky vertelt dat Kim veel met hem praatte over „de vele mooie Russische meisjes in de Parijse nachtclubs” - waarover hij tot in detail op de hoogte bleek te zijn. Kim Yong Il, die altijd al bekend stond als een notoire rokkenjager en waarschijnlijk daarom al vier keer getrouwd is geweest, had ook dit keer zijn vrouw thuisgelaten. Dat gaf hem alle ruimte aan te pappen met vier jonge zangeressen aan boord van de trein, die officieel werden voorgesteld als conductrices, maar vooral bedoeld waren om zingend en dansend rondom Kim en zijn gezelschap te draaien.
Vooral tijdens de maaltijden werd veel gezongen: Russische en Koreaanse liederen, schrijft Pulikovsky, en daar was alle tijd voor, omdat sommige ’eetsessies’ wel vier uur duurden. Er waren maaltijden bij die 20 gangen telden.
Alles was zo’n beetje te bestellen: menu’s uit de Russische, Chinese, Koreaanse, Japanse en Franse keuken. En nóg was Kim niet tevreden. Speciaal om het saaie traject door Siberië te doorstaan, liet hij verse kreeft naar de trein brengen. Flessen dure Bordeaux en wijnen uit Bourgondië werden speciaal vanuit Parijs overgevlogen - overigens geheel in de lijn van Kims stijl van leven, want, vermeldt Pulikovsky, jarenlang was hij verslaafd aan Hennessy VSOP en Hennessy Paradis cognac, waaraan prijskaartjes van ruim 600 dollar per fles hangen. Slijter Hennessy verklaarde in ’94 dat Kim Yong Il al enkele jaren zijn grootste afnemer was. Maar de tijden zijn veranderd, vertrouwde Kim zijn Russische gastheren toe, want hij zit nu „nog slechts” op een halve fles rode wijn per avond.
Van het bruinbrood in een restaurant in Khabarovsk kreeg Kim ook een brok in zijn keel, zo lekker vond hij het. Prompt gaf hij opdracht twintig broden per vliegtuig naar Pyongyang over te brengen, zodat hij het brood ook zou hebben op het moment dat hij daar terug zou keren.
Niet ieder restaurant kwam er met een pluim vanaf. Integendeel. Meermalen werden menu’s minachtend naar de keuken terugverwezen omdat het niet goed smaakte of onvoldoende oogde.
Uit andere bronnen is bekend dat Kim ook dol is op pizza’s. In 1999 liet hij een aantal pizza-ovens uit Italië overkomen, vergezeld van twee Milanese chef-koks die de Noord-Koreanen moesten leren pizza’s te bakken. Een jaar eerder had Mercedes Benz al kennisgemaakt met Kim Yong Il. Toen viel een bestelling van 200 Mercedessen uit de klasse S -100.000 dollar per stuk- op de deurmat. Een order van 20 miljoen dollar dus, dat is eenvijfde van de hulp die de Verenigde Naties in dat jaar -1998- toezegde aan Noord-Korea om de nood onder de stervende bevolking te lenigen…
Van Kim weten we verder dat ’ie verzot is op films. Geen beschaafde natuurfilms, maar films vol geweld en seks. James Bond is een favoriet. Kim zou een videotheek bezitten met maarliefst 20.000 titels.
Voor spectaculaire circusoptredens mag je hem ook wakker maken. Madeleine Albright, de voormalige minister van Buitenlandse Zaken onder president Clinton, vertelde Newsweek deze week dat ze tijdens haar historische bezoek aan Noord-Korea in het najaar van 2000 werd verrast met een show van 100.000 acrobaten, dansers en zangers.
Bovenstaande feitjes over het privé-leven van Kim Yong Il zouden natuurlijk een krant onwaardig zijn, ware het niet dat het hier gaat om een dictator die zijn eigen bevolking van ruim 20 miljoen zielen laat verhongeren. Een betrouwbare schatting van de Verenigde Naties geeft aan dat in de afgelopen tien jaar er ruim twee miljoen burgers zijn omgekomen van honger en ontbering.
En dan zijn er nog de werkkampen voor politieke gevangenen. Volgens de Zuid-Koreaanse geheime dienst telde het land aan het eind van de jaren ’90 ruim 200.000 politieke gevangenen, die verspreid over tientallen kampen zitten opgesloten. De Far Eastern Economic Review publiceerde vorige maand unieke satellietfoto’s van een van de grootste kampen van het land, ”Kamp 22”, gelegen in het centrum van de stad Haengyong, in het noordoosten, aan de grens met China. Noord-Korea ontkent tot op vandaag het bestaan van zulke gevangenissen, en eist bewijzen van diegenen die het tegendeel beweren.
Die zijn nu geleverd, aldus de Far Eastern Review. Het blad heeft een Noord-Koreaanse overloper gevonden die de foto’s haarfijn kan analyseren en toelichten, omdat hij er begin jaren ’90 zelf als bewaker heeft gewerkt.
Ahn Myong Chol, die in 1994 naar China vluchtte, benoemde ieder complex, plein, boerderij, fabriek en gevangenenverblijf dat op de foto’s te zien was. Voor de 50.000 gevangenen in ”Kamp 22” was er geen ontkomen aan, want achter de drie meter hoge muur met prikkeldraad, lag een strook land vol mijnen en boobytraps.
Veel gevangenen hadden niet méér op hun kerfstok dan op de één of andere manier verbonden te zijn met tegenstanders van het regime. Kim Yong Il’s vader heeft ooit verordonneerd dat drie generaties van „vijandelijke” families „uitgeroeid” moeten worden teneinde „het socialistische paradijs” te zuiveren. Die regel is onder zoon Kim van kracht gebleven. Andere gevangenen vertelden niets anders te hebben ’misdaan’ dan het verscheuren van een krantenfoto van Kim.
Wie in zo’n kamp terechtkomt, weet dat hij er nooit meer uitkomt. Want zelfs aan nabestaanden wordt het niet gegund eenmaal overleden gevangenen de laatste eer te bewijzen. De doden worden begraven op het kampterrein.
Valt er met zo’n meedogenloze dictator te onderhandelen, nu die opnieuw het geduld van de internationale gemeenschap tart door verder te gaan met de productie van kernwapens (die hij vervolgens tegen broodnodige dollars aan terroristen kan verkopen)?
Eén herinnering van zowel minister Albright als gezant Pulikovsky Albright stemt wat dat betreft niet optimistisch. Zo mocht Albright Kims persoonlijke computer zien, waar hij altijd achter zit om op het internet te surfen. Vooral CNN klikte hij iedere dag aan, om, zo zei hij, te zien wat er nu weer van hem gezegd werd. Ook tegenover Pulikovsky liet hij zich in soortgelijke zin uit. „In de hele wereld sta ik op de voorpagina’s en overal word ik bekritiseerd”, zei hij, „maar dat is juist goed. Er wordt over me gepraat en dat betekent dat ik op de goede weg ben.”
Met iemand die wereldwijde kritiek opvat als een bevestiging van zijn eigen gelijk is het lastig onderhandelen.