D66 heeft het in deze verkiezingscampagne niet makkelijk. In alle peilingen staat de partij, die vorig jaar al de helft van haar kamerzetels verloor, op verlies. Voor allerlei belangrijke debatten wordt zij niet uitgenodigd omdat grotere partijen voorgaan. Niemand beschouwt D66 als een potentiële coalitiepartner, ook al heeft haar leider zich zelfs bereid verklaard een coalitie van CDA en VVD te steunen.Vooral bij de verkiezingen van 1998 presenteerde D66 zich als de verbindingsschakel die nodig was om PvdA en VVD bij elkaar te houden. In de kring van D66 is men nog steeds trots op hetgeen met de paarse coalitie bereikt is inzake het homohuwelijk en de euthanasiewetgeving. Maar bij het grote publiek is de glans van paars al lang voorbij. Daar tilt men zwaarder aan de problemen rond veiligheid en vreemdelingen en de wachtlijsten in de zorg.

Uiteraard blijft D66 wanhopig zijn best doen om de aandacht te trekken. Tegen die achtergrond moeten we de verontwaardiging zien over de demissionaire minister van Onderwijs, tevens nummer twee op de lijst van het CDA. Die liet vrijdag weten dat zij persoonlijk het homohuwelijk onacceptabel vindt. D66 wil dat premier Balkenende minister Van der Hoeven daarover berispt.

Daar zal Balkenende wel niets voor voelen en daar heeft hij nog gelijk in ook. De CDA-fractie heeft destijds (op een paar dissidenten na) tegen het wetsontwerp inzake het homohuwelijk gestemd. Dat is nog niet zo heel lang geleden.

Het is dan toch niets bijzonders dat iemand die kandidaat staat voor die partij, laat weten dat zij die wet nog steeds onaanvaardbaar vindt? Weliswaar is zij demissionair minister en ook nog van een kabinet dat niet van plan was aan de invoering van het homohuwelijk te tornen, maar daarmee mag zij haar bezwaren wel houden en die tijdens de verkiezingscampagne onder woorden brengen.

Overigens is het CDA niet van plan om tijdens de komende kabinetsformatie het homohuwelijk ter discussie te stellen. Volgens minister Van der Hoeven is dat inmiddels een verworven recht.

Dat is een heel merkwaardige om niet te zeggen schokkende stelling. In de eerste plaats geldt dat een nieuw kabinet de vrijheid heeft om wetten en besluiten van zijn voorgangers terug te draaien. Dat kan op fiscaal gebied, dat kan met verkeersmaatregelen of besluiten over de aanleg van nieuwe wegen, tunnels en spoorlijnen, het kan ook op het gebied van het personen- en familierecht.

Veel belangrijker is echter dat iets wat verkeerd is, zelfs een gruwel is in Gods ogen, nooit als een verworven recht kan worden gepresenteerd. Een mens heeft geen verworven rechten om te zondigen.

Dat het toch zo door een vooraanstaande CDA’er wordt voorgesteld, maakt wel duidelijk hoe weinig deze partij zich gebonden weet aan Gods geboden. Tegen partnerregistratie heeft minister Van der Hoeven geen bezwaar, het homohuwelijk is voor haar gelukkig niet acceptabel, maar ze beschouwt dat wel als een verworven recht. De vraag is of Balkenende daar anders over denkt. Als dat wel zo is, zouden we dat graag van hem willen horen.