In een duistere kamer ziet men het zand op de grond niet, toch vertrapt men het met de voeten. Maar brengt men licht in die kamer, dan ziet men het in menigte liggen. Zo zal het ook gaan wanneer God in de laatste oordeelsdag uw geweten tot uw schade zal verlichten. O, hoe verschrikkelijk zal u die dag zijn. U zult dan roepen: Is het zo erg? Ja, nog erger is het!Kind des Heeren, volg gij de leer van Paulus: „Geen vuile rede ga uit uw mond.” Maar ijdele gedachten, zijn die dan buiten de zonde? Nee, maar als de mond die openbaart, zijn dat dubbele zonden. Want kwade samenspraken zijn een teken van een onherboren hart. Gods Geest wordt daardoor bedroefd.

Daarom zeg ik u: Neem de volgende regels in acht. Bedenk u voor u gaat spreken en laat geen onbedacht woord op uw tong komen. Spreek wat waarachtig is, wat eerbaar is, wat kuis is, wat loffelijk is, wat recht is. Betracht de plaats wel waar u spreekt. Wandel altijd in Gods tegenwoordigheid. Hij hoort alle gesprekken. Bid God elke morgen: Heere zet een wacht voor mijn mond en behoed de deuren van mijn lippen.

Coenraad Mel,predikant te Herszfeld

(”Bazuinen der eeuwigheid”, 1731)