De Rijksoverheid komt daarmee vooral tegemoet aan kritiek van het Rotterdamse havenbedrijfsleven, maar ook van de Rotterdamse gemeentelijke overheid. Vooral de controles van lading door de verschillende inspectiediensten van de ministeries, die in het geheel niet op elkaar waren afgestemd, waren het Rotterdamse bedrijfsleven een doorn in het oog.

Op initiatief van de ondernemersorganisatie Deltalinqs werd een meldpunt geopend waar „misstanden” bij de inspecties konden worden gemeld. Het meldpunt werd voluit gesteund door de gemeente en het gemeentelijk havenbedrijf. Inmiddels is op initiatief van de douane in Rotterdam een begin gemaakt met de samenwerking tussen de verschillende inspectiediensten op het gebied van de lading. Waarschijnlijk deze maand wordt bekend hoe de inspectiediensten hun werkzaamheden beter op elkaar af gaan stemmen.

Ook het in de ogen van het bedrijfsleven voortdurend vooroplopen van de Nederlandse overheid bij de invoering van Europese regelgeving, stuitte verladers, stuwadoors en reders tegen de borst. „Nederland is het braafste jongetje van de klas”, was de kritiek. Die regels worden voorwerp van onderzoek, zo maakten de ministeries bekend. „We gaan bekijken of we te streng zijn en of dat de concurrentiepositie aantast”, aldus een woordvoerster van Verkeer en Waterstaat.

De Rotterdamse havenwethouder W. van Sluis is „heel erg blij” met de aangekondigde maatregelen. „Een uitstekend initiatief”, laat hij via zijn woordvoerster weten. Rotterdam zal dan ook volop meewerken in de hoop dat de maatregelen zo snel mogelijk gestalte krijgen.

De ministeries willen verder gaan werken aan één elektronisch overheidsloket waar verplichte aangiftes bij het binnenkomen van een haven gedaan kunnen worden. Dit loket moet op termijn de papieren documentenstroom vervangen.

Nog dit voorjaar moet een concreet plan van aanpak voor de samenwerking beschikbaar zijn. Daar wordt ook het havenbedrijfsleven bij betrokken.