Concentraties vee bedreiging voor Nederland
De grote concentraties vee in Nederland vormen een extra bedreiging voor Nederlanders als het om het griepvirus gaat, stelt dr. Birgit Verstappen.
Het varkensgriepvirus noemen de landbouworganisaties in Nederland liever het Mexicaanse griepvirus om de sector geen imagoschade te bezorgen. De associatie tussen een gevaarlijk griepvirus en varkens ziet men liever niet in een landje dat de grootste veedichtheid per vierkante meter heeft van heel Europa.De vraag is echter gerechtvaardigd: kan zoiets ook in ons mooie Nederland uitbreken? Het antwoord is helaas een volmondig ja. Erger nog: wij worden door de overheid onvoldoende beschermd tegen de risico’s van de intensieve veehouderij voor de volksgezondheid en dat geldt ook het terrein van influenza.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) schreef in 2004 al over het gevaar van mutatie van virussen middels varkens. Varkens kunnen besmet raken met zowel vogel- als mensengriep. Deze virussen kunnen in varkenspopulaties gaan rondwaren en samen met varkensgriepvirussen muteren, waardoor een nieuw varkensgriepvirus het licht ziet. We moeten het risico niet onderschatten, aldus de WHO.
Het is bovendien niet zo dat nieuwe griepvarianten alleen kunnen ontstaan in Zuidoost-Azië waar kleine boeren onder één dak leven met hun vee en pluimvee. Schaalvergroting is óók een risicofactor waarmee men rekening dient te houden. Een analyse van de data van een onderzoek dat in 2004 uitgevoerd is in opdracht van de Thaise regering laat zelfs zien dat de kansen op een uitbraak en infecties hoger zijn in de grote commerciële kippenbedrijven dan onder de kippen in de achtertuintjes.
In Italië en Engeland zijn in de jaren tachtig en negentig nieuwe griepvirussen ontstaan op de grote bedrijven, in de VS is de frequentie van het ontstaan van nieuwe virussen zo groot dat megabedrijven zelfs eigen vaccins ontwikkelen. Vaccins maken de zaak echter alleen maar erger omdat virussen zich dan kunnen verspreiden zonder dat ze zichtbaar ziek maken, terwijl ineffectieve vaccinaties de evolutie van nieuwe, resistente virussen kunnen veroorzaken.
Ook het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) stelt dat er bij schaalvergroting een groter risico is op verspreiding van micro-organismen binnen het bedrijf doordat er meer contact is tussen de dieren. Dit betreft met name indirect contact, doordat een of enkele personeelsleden verantwoordelijk zijn voor een relatief grotere groep dieren.
Hoe gaat de Nederlandse overheid met de onderzoeksgegevens om? Heel simpel: schaalvergroting wordt gestimuleerd in plaats van afgeremd, zonder strikte voorwaarden te stellen vanuit een voorzorgsbeginsel. Met onderzoek en adviezen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu wordt geen rekening gehouden: er zijn géén strikte regels met betrekking tot het tegengaan van gemengde bedrijven. Men staat toe dat grote vrachtwagens vol varkens op de weegbrug worden gereden bij een bedrijf met viraal-bacterieel gevoelig pluimvee. Er worden géén minimumafstanden tussen bedrijven in acht genomen, in grote bedrijven is er niet per afzonderlijk compartiment eigen personeel en gemotiveerd en goed geschoold personeel is niet voldoende voorhanden.
Deze ongewenste situatie vraagt om wijzigingen in de huidige situatie en in bestaand beleid. Een fikse reductie van de veestapel is op zijn plaats. Want waarom de Nederlandse bevolking met een risico opzadelen, terwijl 70 tot 80 procent van de productie bestemd is voor de export?
Deze mening wordt helaas (nog) niet door een politieke meerderheid gedragen. Op louter economische gronden gaat men door op de ingeslagen weg. Zonder voorzorgsmaatregelen in acht te nemen! Protesten van burgers ten spijt.
De auteur is lid van de Provinciale Staten van Noord-Brabant voor de Partij voor de Dieren, promoveerde als theologe in Nijmegen en is werkzaam als adviseur, coach en trainer.