De Verenigde Naties hebben gruwelijke voorbeelden verzameld in een rapport dat eind vorige week in de VN-Veiligheidsraad werd besproken. In november 2008 vielen talibanstrijders in Afghanistan een groep meisjes aan die op weg waren naar school. Ze gooiden bijtend zuur op hun gezichten. Volgens het VN-rapport kregen de aanvallers een stevig bedrag voor elk meisje dat ze konden verminken.In mei vorig jaar bonden rebellen in Irak een meisje explosieven om, die ze van op afstand tot ontploffing brachten toen hun medewerkster een Iraakse legerpost in Yusifiyah was genaderd. In september pleegden ook nog een jongen van 15 en in november een meisje van 13 zelfmoordaanslagen in Irak.

De rekrutering van kindsoldaten blijft het grootste probleem. De Tamil Tijgers in Sri Lanka, de Colombiaanse rebellengroepen FARC en ELN en het Verzetsleger van de Heer in Uganda zijn er berucht om.

Joost R. Hiltermann van de International Crisis Group, een denktank rond conflictbeheersing, ziet niet meteen wat de Verenigde Naties nog meer tegen dergelijke wanpraktijken kunnen ondernemen. „Ik vraag me af of de VN meer kunnen doen dan dergelijke zaken onder de aandacht brengen en het verbod om gebruik te maken van kinderen in conflicten te versterken.”

De Amerikaanse mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch heeft de Veiligheidsraad ertoe opgeroepen sancties af te kondigen tegen regeringen en gewapende groepen die geweld tegen kinderen gebruiken. De raad moet er volgens HRW ook mee voor zorgen dat bevelvoerders die voor dergelijke daden verantwoordelijk zijn, vervolgd worden.

Regeringen zijn daar gevoelig voor. Volgens Jo Becker, de kinderrechtenexpert van HRW, kan internationale druk soms zelfs een effect hebben op rebellengroepen.