Tunnels vormen levenslijn naar Gaza
Pick-uptrucks volgeladen met vaatjes brandstof spoeden zich naar het westen op de snelweg die door de Egyptische Sinaïwoestijn voert. Ze zijn op weg naar de ondergrondse tunnels die Egypte met Gaza verbinden. De smokkelroute is voor de inwoners van de Gazastrook een echte levenslijn geworden.
De honderden ondergrondse gangen houden het leven in Gaza al draaiend sinds Israël en Egypte in 2007 de grenzen naar het gebied sloten. De tunnels vormden tijdens de recente Gazaoorlog een van de voornaamste doelwitten van de Israëlische militaire operatie. Maar intussen zijn ze zo goed als hersteld. Volgens het Wereldvoedselprogramma (WFP) zijn ze nog crucialer geworden voor de bevoorrading van het Palestijnse gebied.Tijdens de oorlog kwam de economie in Gaza tot stilstand. Meer dan 20.000 gebouwen werden vernield, waaronder veel fabrieken. Het verlies voor de privésector wordt op ruim 1 miljard euro geschat. Sinds het staakt-het-vuren van 18 januari blijven de grenzen grotendeels gesloten: amper 35 procent van de 460 miljoen euro aan hulp die gevraagd werden door de VN voor de heropbouw van Gaza, is al in het land. Volgens de VN komen er gemiddeld 127 vrachtwagens per dag over de grens, tegenover 475 voordat Hamas aan de macht kwam.
Volgens analisten zijn de tunnels goed voor bijna twee derde van alle goederen diein de Gazastrook verkocht worden. Ongeveer 12.000 Palestijnen zouden er hun brood mee verdienen.
„Voor de oorlog begon de tunnel daar”, zegt Abu Hussein, een Palestijn die een van de tunnels beheert. Hij wijst naar een krater zo’n 10 meter verderop. „Het kostte ongeveer 4500 euro om een nieuwe ingang te graven en de muren te verstevigen.” De rest van de tunnel, helemaal tot in Egypte, was gaaf. Meteen na de oorlog begonnen weer voedsel, medische voorraden en andere goederen door de tunnels te stromen.
Abu Hussein en een tiental arbeiders die voor hem werken brengen chocolade door de tunnel, een van de goederen die Israël als „niet-essentieel” bestempelt en die dus niet doorgelaten worden aan de grens.
Het ondergrondse verkeer heeft vooral ’s nachts plaats, om geen aandacht te trekken van de Egyptische veiligheidsdiensten die uitgerust zijn met moderne apparatuur uit de VS en de EU om tunnels op te sporen en te vernielen. Na zonsondergang worden allerlei producten, van snoep tot medicijnen tot wasmachines, aangevoerd naar de grens. Daar verdwijnen ze in de tunnels die beginnen in de kelders, de tuinen en zelfs de huizen van lokale bewoners.
’s Nachts krioelt het aan beide zijden van de grens in Rafah van de commerciële activiteit. Het geluid van honderden generators wordt afgewisseld met het geblaat en gemekker van dieren die in en uit de tunnels gedragen worden. De tunnels zijn soms bijna 1 kilometer lang en worden beheerd via licenties die toegekend worden door de lokale overheid. Ze zijn uitgerust met verlichting en telefoonlijnen. Sommige zijn hoog genoeg om er rechtop in te lopen.