Pijnlijk gemis aan christelijke schoolboeken
Christelijke scholen moeten de handen ineenslaan om het christelijke perspectief in alle vakken te laten doorklinken, aldus drs. Aad Wagenaar (RD van 23 april). André Kruijf MEd ondersteunt deze oproep van harte. Vooral het ontbreken van christelijk lesmateriaal is een groot probleem.
In zijn appellerende artikel signaleert drs. Aad Wagenaar terecht een aantal knelpunten in het christelijk voortgezet onderwijs bij het overdragen van de relevantie van het christelijke geloof voor de vakinhoud. Eén daarvan is dat er nauwelijk op christelijke leest geschoeide leerboeken zijn. Bovendien ontbreekt het scholen in de meeste gevallen aan tijd, middelen en expertise om alternatief lesmateriaal te ontwikkelen.In de praktijk komt het er dan op neer dat scholen veroordeeld zijn tot een keuze uit het beschikbare aanbod van leergangen. Secties selecteren dan maar de minst gebrekkige variant – overigens niet alleen in levensbeschouwelijke, maar veelal ook in algemeen didactische zin.
De oproep van Wagenaar aan christelijke docenten om de handen ineen te slaan, onderschrijf ik van harte. In het bijzonder vraag ik aandacht voor het punt van het ontbrekende materiaal. Zou het niet prachtig zijn wanneer er meer uitgaven verschenen zoals ”Literatuur in zicht”?
Christelijke scholen kunnen er op den duur niet omheen om samenwerking te zoeken en hiervoor tijd, middelen en mensen vrij te maken. De huidige omstandigheden plaatsen (jonge!) docenten voor vervelende situaties. Welk materiaal kies je, welk niet? En wat als er relatief weinig te kiezen valt? En zelfs als er een weloverwogen keuze gemaakt is, ben je er nog niet. Het werken met ‘seculiere’ uitgaven dwingt tot blijvende bezinning.
Alternatieve aanpak
Een treffend voorbeeld van de weerbarstige lespraktijk biedt het interview in dezelfde krant met docent klassieke talen dr. Martijn Bac in de serie over jonge christelijke academici. Bac geeft aan niet altijd even gelukkig te zijn met de inhoud en de presentatie van de lesstof. Als voorbeeld noemt hij een hoofdstuk dat overvloedig in het teken staat van seksualiteit in de Griekse oudheid. Bac betreurt het dat de auteurs het hoofdstuk niet van kanttekeningen hebben voorzien.
Een bezinningsmoment voor de christelijke docent. Wat nu? Bac kiest ervoor –mede vanwege tijdsdruk– het hoofdstuk links te laten liggen. Een invoelbare keuze, hoewel het nog maar de vraag is of je als cultuurdrager daarmee de meest geëigende weg inslaat. Wie zegt mij dat leerlingen niet op zijn minst door het gewraakte hoofdstuk bladeren?
Ik heb respect voor Bacs handelwijze, maar wijs tegelijk graag op een alternatieve aanpak. Wanneer een christelijke school een boek met een (deels) onacceptabele inhoud aan leerlingen aanbiedt, schept dat morele verplichtingen. Daarom lijkt het me constructiever om –met de woorden van Wagenaar– het niet-christelijke gedachtegoed van zo’n hoofdstuk krijgsgevangen te nemen door Gods Woord beslag te laten krijgen.
Ga met de leerlingen op een open en eerlijke manier in gesprek over de inhoud. Laat een tegengeluid horen. Wat heeft Gods Woord ons hierin te zeggen? Waren er in die tijd wellicht andere stemmen? Wat zeiden kritische tijdgenoten, kerkvaders?
Bij de les
Maak inzichtelijk op welke punten de moraal afwijkt van Gods geboden, wijs ook de oorzaak aan. Die is niet gelegen in culturele standplaatsgebondenheid, maar in de verdorven aard van de mens. Je kunt gemakkelijk lijnen trekken naar de hedendaagse hedonistische cultuur. De mores van de oude Grieken, verschillen die van die van veel anderen in onze maatschappij?
Bac zegt eerder in het interview dat het christendom in de toenmalige wereld een revolutie aanbracht. In andere situaties spreekt hij met zijn leerlingen over Paulus en Johannes en over de duisternis van eertijds. Die werkwijze lijkt mij een exemplarische voor de insteek die Wagenaar voorstaat en zou juist gehanteerd moeten worden bij zo’n niet-christelijk hoofdstuk.
Het is wenselijk dat docenten, voordat zij aan de slag gaan, zich met elkaar bezinnen op zulke hobbels in hun vakgebied. Laten we elkaar, met een geopende Bijbel en met gevouwen handen, opzoeken en bij de les houden.
De auteur heeft een eerstegraads lesbevoegdheid Duits en is freelance muziek- en literatuurrecensent.